Zijn — Nederlandse Duits vertaling16 vertalingen gevonden

zijn (n) sein
zijn (n) befinden
zijn (n) (n) (bestaan) leben (n) (n) (bestaan)
zijn (n) (n) (bestaan) sein (n) (n) (bestaan)
zijn (n) (n) (filosofie) Dasein (n) (n) (filosofie)
zijn (n) (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.) sein (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.)
zijn (n) (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. enk.) seine (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. enk.)
zijn (n) (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv.) seine (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv.)
zijn (n) (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. mv.) seine (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. mv.)
zijn (n) (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. enk.) sein (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. enk.)
zijn (n) (v) (plaats) sich befinden (v) (plaats)
zijn (n) (v) (filosofie) sein (v) (filosofie)
zijn (n) (v) (plaats) sein (v) (plaats)
zijn (n) (v) (filosofie) existieren (v) (filosofie)
zijn (n) (v) geben (v)
zijn (n) (v) (algemeen) sein (v) (algemeen)
Zijn Voorbeelden108 voorbeelden gevonden
dol zijn op verrückt sein nach
dol zijn op total verliebt sein in
dol zijn op gern essen
dol zijn op gern haben
dol zijn op mögen
dol zijn op weg sein mit
dol zijn op toll sein nach
dol zijn op besessen sein auf
dol zijn op verrückt sein nach
dol zijn op gern haben
dol zijn op mögen
dol zijn op verliebt sein in
dol zijn op toll sein auf
down zijn depressiv sein
down zijn niedergedrückt sein
down zijn deprimiert sein
down zijn niedergedrückt sein
down zijn depressiv sein
down zijn deprimiert sein
er zijn dort sind
er zijn da sind
hier zijn hier sind
laat zijn Zuspätkommen
laat zijn Verspätung
lui zijn faul sein
op zijn auf sein
zijn tol eisen einen Tribut fordern
erg belangrijk zijn von großer Bedeutung sein
erg belangrijk zijn viel ausmachen
erg in trek zijn sich gut verkaufen lassen
erg in trek zijn eine große Nachfrage haben
erg in trek zijn sehr gefragt sein
eropuit zijn om darauf aus sein
eropuit zijn om es darauf anlegen
ertegen opgewassen zijn ertragen können
ertegen opgewassen zijn fertigwerden mit
ertegen opgewassen zijn einer Sache gewachsen sein
goed voorbereid zijn om gut vorbereitet sein zu
goed voorbereid zijn om gut ausgerüstet sein zu
geboren zijn in heimisch sein in
op het nippertje zijn eine knappe Sache sein
op het nippertje zijn drauf und dran sein
op til zijn im Gange sein
op zijn hoede behutsam
op zijn hoede wachsam
op zijn hoede umsichtig
op zijn hoede achtsam
op zijn hoede vorsichtig
op zijn hoede wachsam
op zijn hoede auf der Hut
op zijn hoede alert
op zijn hurken zitten in die Hocke gehen
op zijn plaats blijven nicht vom Platz rühren
op zijn plaats blijven an seinem Platz bleiben
op zijn tenen lopen auf den Zehen gehen
opgehouden zijn verspätet sein
opgewassen zijn tegen gegen etwas ankommen können
opgewassen zijn tegen stark genug sein, um mit etwas fertig zu werden
opgewassen zijn tegen ... gewachsen sein
opgewassen zijn tegen angemessen sein für
opgewassen zijn tegen ... gewachsen sein
opgewekt zijn gut gelaunt sein
opgewekt zijn in gehobener Stimmung sein
opvouwbaar zijn zusammenklappbar sein
opvouwbaar zijn zusammenlegbar sein
niet zo vlug van begrip zijn schwer von Begriff sein
goede vrienden zijn met zu jemandem ein enges Verhältnis haben
geschikt zijn voor passend sein für
geschikt zijn voor entsprechen
geschikt zijn voor passen
niet geschikt zijn nicht taugen
niet geschikt zijn nicht geeignet sein
duidelijk zichtbaar zijn deutlich wahrnehmbar sein
duidelijk zichtbaar zijn deutlich sichtbar sein
overvloedig aanwezig zijn wimmeln von
overvloedig aanwezig zijn reichlich vorhanden sein
de moeite waard zijn die Mühe wert sein
moeilijk te peilen zijn schwer zu verstehen sein
moeilijk te peilen zijn schwer zu erfassen sein
iemands beurt zijn dran sein
onvoldoende zijn voor unzureichend sein
een poging waard zijn einen Versuch wert sein
het oneens zijn sich streiten
het oneens zijn nicht übereinstimmen
het oneens zijn anderer Meinung sein
het oneens zijn sich widersprechen
het oneens zijn nicht übereinstimmen
het oneens zijn widersprechen
het oneens zijn sich uneinig sein
het oneens zijn uneinig sein
het oneens zijn streiten
weer bij het vertrekpunt zijn wieder von vorn anfangen müssen
jarig zijn seinen Geburtstag feiern
jarig zijn Geburtstag haben
jarig zijn Geburtstag haben
lid zijn van Mitglied sein
lid zijn van angehören
loops zijn rossig sein
loops zijn rollig sein
loops zijn brünstig sein
loops zijn läufig sein
iemand rekenschap verschuldigd zijn jemandem eine Erklärung schuldig sein
kwijt zijn los sein
kwijt zijn abhanden gekommen sein
kwijt zijn verloren haben
zijn dag indelen seinen Tagesplan machen
zijn dag indelen seinen Tag planen
zijn dag indelen seinen Tag einteilen
Vertalen Zijn in andere talen
Vertalen zijn in Engels
Vertalen zijn in Frans
Vertalen zijn in Italiaans
Vertalen zijn in Spaans
Vertalen zijn in Portugees
Vertalen zijn in Sloveens
Vertalen zijn in Pools
Vertalen zijn in Tsjechisch