blijven
(v)
(duur)
|
remain
(v)
(duur)
|
gebleven
blijft
blijven
bleven
bleef
|
remained
remain
remain
remained
remained
remain
|
blijven
(v)
(tijd)
|
stay
(v)
(tijd)
|
gebleven
blijft
blijven
bleven
bleef
|
stayed
stay
stay
stayed
stayed
stay
|
blijven
(v)
(algemeen)
|
stay
(v)
(algemeen)
|
gebleven
blijft
blijven
bleven
bleef
|
stayed
stay
stay
stayed
stayed
stay
|
blijven
(v)
(plaats)
|
stay
(v)
(plaats)
|
gebleven
blijft
blijven
bleven
bleef
|
stayed
stay
stay
stayed
stayed
stay
|
blijven
(v)
(aanhouden)
|
continue to
(v)
(aanhouden)
|
blijven
(v)
(verblijven)
|
abide
(v)
(verblijven)
|
gebleven
blijft
blijven
bleven
bleef
|
abided
abide
abide
abided
abided
abide
|
blijven
(v)
(aanhouden)
|
keep on
(v)
(aanhouden)
|
blijven
(v)
(verblijven)
|
stay
(v)
(verblijven)
|
gebleven
blijft
blijven
bleven
bleef
|
stayed
stay
stay
stayed
stayed
stay
|