Zich — Nederlandse Sloveens vertaling26 vertalingen gevonden

zich (o) (wederkerend voornaamwoord - mv.) Er (o) (wederkerend voornaamwoord - mv.)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord) sig (o) (wederkerend voornaamwoord)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd) er själv (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk.) Er (o) (wederkerend vnw. - enk.)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord) sig själv (o) (wederkerend voornaamwoord)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk.) sig själva (o) (wederkerend vnw. - enk.)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd) sig (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd) Er (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd) sig själva (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord) er själv (o) (wederkerend voornaamwoord)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd) Eder (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd) Er (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk.) sig själv (o) (wederkerend vnw. - enk.)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd) sig (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord - mv.) er själva (o) (wederkerend voornaamwoord - mv.)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd) Eder (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd) sig själva (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk.) er själv (o) (wederkerend vnw. - enk.)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk.) Eder (o) (wederkerend vnw. - enk.)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd) sig själv (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk.) sig (o) (wederkerend vnw. - enk.)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd) er själv (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord) Er (o) (wederkerend voornaamwoord)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd) sig själv (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord) sig själva (o) (wederkerend voornaamwoord)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord) Eder (o) (wederkerend voornaamwoord)
Zich Voorbeelden148 voorbeelden gevonden
zich mooi voordoend ytligt tilltalande
zich schijnheilig voordoen förställa sig
zich schijnheilig voordoen hyckla
zich voordoen als spela
zich nestelen op krypa ihop i
zich nestelen op kura ihop i
zich nestelen tegen smyga sig intill
zich nestelen tegen trycka sig intill
zich toespitsen op specialisera sig på
zich toespitsen op koncentrera sig på
zich tot het uiterste inspannen om vara alltför ivrig
zich tot het uiterste inspannen om gå till överdrift
zich bekommeren om hänga upp sig på
zich bekommeren om hänga upp sig på
zich bekommeren om bekymra sig över
zich bekommeren om ta hand om
zich bekommeren om ta hand om
zich bekommeren om sköta om
zich bekommeren om sköta om
zich bekommeren om bekymra sig över
zich bekommeren om oroa sig över
zich bekommeren om bekymra sig om
zich bekommeren om sörja för
zich bekommeren om bekymra sig om
zich bekommeren om bry sig om
zich bekommeren om oroa sig över
zich bekommeren om bry sig om
zich bekommeren om sörja för
zich moeizaam voortslepen traska
zich moeizaam voortslepen lunka
zich moeizaam voortslepen knoga
zich baden simma
zich bewust uppmärksam
zich bewust underkunnig
zich bewust medveten
zich haasten kila
zich haasten rusa
zich reppen kila
zich reppen rusa
zich wassen göra sig i ordning
zich wassen tvätta sig
zich winden slingra sig om
zich winden slingra sig runt
zich wreken hämnas
zich wreken ta hämnd för
zich blufferig gedragen uppträda skrytsam
zich blufferig gedragen uppträda malligt
zich dikdoenerig gedragen uppträda skrytsam
zich dikdoenerig gedragen uppträda malligt
zich goed gedragen sköta sig
zich goed gedragen uppföra sig ordentligt
zich slecht gedragen uppföra sig dåligt
zich slecht gedragen uppföra sig illa
zich sociabel gedragen vara förtjust i sällskapsliv
zich sociabel gedragen vara sällskaplig
zich heel erg vergissen göra ett stort fel
zich heel erg vergissen begå ett allvarligt fel
zich heel erg vergissen grovt missta sig
zich schromelijk vergissen göra ett stort fel
zich schromelijk vergissen begå ett allvarligt fel
zich schromelijk vergissen grovt missta sig
zich vergissen in missta sig på
zich vergissen in felbedöma
zich concentreren op inrikta sig på
zich concentreren op koncentrera sig på
zich afbeulen slita
zich afbeulen slava
zich afbeulen knega
zich afbeulen knoga
zich afsloven slita
zich afsloven slava
zich afsloven knega
zich afsloven knoga
zich aftobben slita
zich aftobben slava
zich aftobben knega
zich aftobben knoga
zich behelpen reda sig
zich behelpen reda sig
zich behelpen klara sig
zich behelpen klara sig
zich beklagen beklaga sig
zich beklagen klaga
zich beraden fundera på
zich beraden tänka över
zich beraden överväga
zich beraden tänka på
zich blameren skämma ut sig
zich blameren dra vanära över sig
zich blameren vanhedra sig
zich ergeren bli irriterad
zich ergeren bli uppretad
zich ergeren bli förargad
zich omkeren svänga runt
zich schamen skämmas
zich schamen blygas
zich spijten begråta
zich spijten sörja
zich spijten jämra sig
zich spijten vara bedrövad
zich spijten djupt beklaga
zich spijten sympatisera
zich spijten beklaga
zich spijten hysa medlidande med
zich spijten ömka
zich spijten ångra
zich spoeden kila
zich spoeden rusa
zich voordoen hända
zich voordoen inträffa
zich bezinnen op fundera på
zich bezinnen op tänka över
zich bezinnen op överväga
zich bezinnen op tänka på
zich abonneren op prenumerera på
zich laten verspreken få att försäga sig
zich laten verspreken överlista
zich verwonderen over förvåna sig över
zich verwonderen over förundra sig över
zich vastklampen aan hålla sig fast vid
zich vastklampen aan klamra sig fast intill
zich afvragen tvivla
zich afvragen fråga sig
zich afvragen undra
zich nestelen kura ihop sig
zich nestelen kura ihop sig
zich verbazen förundra sig
zich verbazen bli förvånad
zich bedenken komma på andra tankar
zich bedenken tänka sig för två gånger
zich bedenken tänka sig noga för
zich verlagen krypa
zich vermaken ha roligt
zich vermaken roa sig
zich verwaardigen om värdigas
zich verwaardigen om nedlåta sig till att
zich amuseren ha roligt
zich amuseren roa sig
zich bezinnen tänka sig för två gånger
zich bezinnen tänka sig noga för
zich bevinden vara
zich bevinden ligga
zich bevinden vara belägen
zich bevinden vara belägen
zich bevinden befinna sig
zich opwinden bli irriterad
zich opwinden bli uppretad
zich opwinden bli förargad
Vertalen Zich in andere talen
Vertalen zich in Engels
Vertalen zich in Duits
Vertalen zich in Frans
Vertalen zich in Italiaans
Vertalen zich in Spaans
Vertalen zich in Portugees
Vertalen zich in Pools
Vertalen zich in Tsjechisch