Zich — Nederlandse Italiaans vertaling17 vertalingen gevonden

zich (o) (wederkerend voornaamwoord) si (m) (o) (wederkerend voornaamwoord)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord) se stesso (o) (wederkerend voornaamwoord)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord) vi (o) (wederkerend voornaamwoord)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd) si (m) (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord) (o) (wederkerend voornaamwoord)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk.) si (m) (o) (wederkerend vnw. - enk.)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk.) se stesso (o) (wederkerend vnw. - enk.)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd) vi (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd) (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord - mv.) vi (o) (wederkerend voornaamwoord - mv.)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd) se stesso (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd) vi (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd) (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd) se stesso (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk.) vi (o) (wederkerend vnw. - enk.)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd) si (m) (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk.) (o) (wederkerend vnw. - enk.)
Zich Voorbeelden151 Bijvoorbeeld gevonden
zich mooi voordoend ingegnoso
zich mooi voordoend ben congegnato
zich schijnheilig voordoen simulare
zich schijnheilig voordoen fingere
zich schijnheilig voordoen dissimulare
zich voordoen als fare
zich voordoen als comportarsi da
zich nestelen op rannicchiarsi su
zich nestelen op accoccolarsi su
zich nestelen tegen rannicchiarsi vicino a
zich nestelen tegen accoccolarsi vicino a
zich toespitsen op specializzarsi in
zich toespitsen op concentrarsi su
zich toespitsen op concentrare l'attenzione su
zich tot het uiterste inspannen om farsi in quattro per
zich tot het uiterste inspannen om fare tutto il possibile per
zich bekommeren om occuparsi di
zich bekommeren om darsi pena per
zich bekommeren om occuparsi di
zich bekommeren om preoccuparsi di
zich bekommeren om preoccuparsi di
zich bekommeren om darsi pena per
zich bekommeren om curare
zich bekommeren om agitarsi per
zich bekommeren om badare a
zich bekommeren om badare a
zich bekommeren om curare
zich bekommeren om agitarsi per
zich moeizaam voortslepen trascinarsi
zich moeizaam voortslepen procedere a fatica
zich moeizaam voortslepen camminare a fatica
zich moeizaam voortslepen arrancare
zich baden nuotare
zich baden fare il bagno
zich bewust conscio
zich bewust consapevole
zich haasten andare in fretta
zich haasten affrettarsi
zich reppen andare in fretta
zich reppen affrettarsi
zich wassen lavarsi
zich wassen fare la toilette
zich winden attorcigliarsi
zich wreken vendicarsi
zich wreken farsi vendetta
zich wreken compiere la propria vendetta
zich blufferig gedragen comportarsi da vanaglorioso
zich blufferig gedragen comportarsi da presuntuoso
zich dikdoenerig gedragen comportarsi da vanaglorioso
zich dikdoenerig gedragen comportarsi da presuntuoso
zich goed gedragen comportarsi come si deve
zich goed gedragen comportarsi bene
zich slecht gedragen comportarsi male
zich sociabel gedragen essere socievole
zich heel erg vergissen sbagliarsi di grosso
zich heel erg vergissen sbagliarsi completamente
zich heel erg vergissen fare un grosso errore
zich heel erg vergissen fare un grave errore
zich schromelijk vergissen sbagliarsi di grosso
zich schromelijk vergissen sbagliarsi completamente
zich schromelijk vergissen fare un grosso errore
zich schromelijk vergissen fare un grave errore
zich vergissen in farsi un'idea sbagliata di
zich concentreren op concentrarsi su
zich afbeulen lavorare sodo
zich afsloven lavorare sodo
zich aftobben lavorare sodo
zich behelpen farcela
zich behelpen farcela
zich behelpen cavarsela
zich behelpen cavarsela
zich behelpen arrangiarsi
zich behelpen arrangiarsi
zich beklagen lamentarsi
zich beklagen lagnarsi
zich beraden riflettere su
zich beraden riflettere
zich beraden pensare
zich beraden considerare
zich blameren screditarsi
zich blameren disonorarsi
zich blameren coprirsi di vergogna
zich ergeren seccarsi
zich ergeren irritarsi
zich ergeren infastidirsi
zich ergeren arrabbiarsi
zich omkeren girare
zich omkeren effettuare una svolta a u
zich omkeren cambiare direzione
zich schamen vergognarsi
zich schamen essere imbarazzato
zich schamen avere vergogna
zich spijten essere rammaricato
zich spijten lamentarsi
zich spijten partecipare al dolore
zich spijten spiacere
zich spijten essere pieno di rincrescimento
zich spijten dolersi di
zich spijten compiangere
zich spijten deplorare
zich spijten dispiacere
zich spijten commiserare
zich spoeden andare in fretta
zich spoeden affrettarsi
zich voordoen sopravvenire
zich voordoen intervenire
zich bezinnen op riflettere su
zich bezinnen op riflettere
zich bezinnen op pensare
zich bezinnen op considerare
zich abonneren op fare l'abbonamento a
zich abonneren op abbonarsi a
zich laten verspreken cogliere in fallo
zich verwonderen over stupirsi di
zich verwonderen over meravigliarsi di
zich vastklampen aan attaccarsi a
zich vastklampen aan attaccarsi a
zich vastklampen aan aggrapparsi a
zich vastklampen aan aggrapparsi a
zich afvragen dubitare
zich afvragen domandarsi
zich afvragen chiedersi
zich nestelen raggomitolarsi
zich nestelen raggomitolarsi
zich nestelen accoccolarsi
zich nestelen accoccolarsi
zich verbazen stupirsi
zich verbazen meravigliarsi
zich bedenken ripensarci
zich bedenken pensarci sopra
zich bedenken pensarci meglio
zich bedenken pensarci due volte
zich verlagen umiliarsi
zich verlagen abbassarsi
zich vermaken divertirsi
zich vermaken distrarsi
zich verwaardigen om degnarsi di
zich verwaardigen om abbassarsi a
zich amuseren divertirsi
zich amuseren distrarsi
zich bezinnen pensarci sopra
zich bezinnen pensarci due volte
zich bevinden trovarsi
zich bevinden trovarsi
zich bevinden stare
zich bevinden situarsi
zich bevinden essere
zich opwinden seccarsi
zich opwinden irritarsi
zich opwinden infastidirsi
zich opwinden arrabbiarsi
Vertalen Zich in andere talen
Vertalen zich in Engels
Vertalen zich in Duits
Vertalen zich in Frans
Vertalen zich in Spaans
Vertalen zich in Portugees
Vertalen zich in Sloveens
Vertalen zich in Pools
Vertalen zich in Tsjechisch