Zich — Nederlandse Engels vertaling9 vertalingen gevonden

zich (o) (algemeen) oneself (o) (algemeen)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord) herself (o) (wederkerend voornaamwoord)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord) themselves (o) (wederkerend voornaamwoord)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord) himself (o) (wederkerend voornaamwoord)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord) oneself (o) (wederkerend voornaamwoord)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd) yourselves (o) (wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk.) itself (o) (wederkerend vnw. - enk.)
zich (o) (wederkerend voornaamwoord - mv.) yourselves (o) (wederkerend voornaamwoord - mv.)
zich (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd) yourself (o) (wederkerend vnw. - enk. - beleefd)
Zich Voorbeelden218 voorbeelden gevonden
zich mooi voordoend superficially attractive
zich mooi voordoend slick
zich schijnheilig voordoen dissimulate
zich schijnheilig voordoen dissemble
zich schijnheilig voordoen play the hypocrite
zich voordoen als act as
zich voordoen als play
zich haasten om bestir oneself to
zich haasten om hasten to do
zich nestelen op settle down into
zich nestelen op nestle down into
zich nestelen tegen snuggle up to
zich nestelen tegen cuddle up to
zich nestelen tegen nestle up to
zich toespitsen op specialize in
zich toespitsen op concentrate on
zich tot het uiterste inspannen om fall over backwards to
zich tot het uiterste inspannen om lean over backwards to
zich tot het uiterste inspannen om bend over backwards to
zich bekommeren om care for
zich bekommeren om bother about
zich bekommeren om worry about
zich bekommeren om look after
zich bekommeren om trouble oneself with
zich bekommeren om bother about
zich bekommeren om concern oneself about
zich bekommeren om worry about
zich moeizaam voortslepen plod
zich moeizaam voortslepen slog
zich moeizaam voortslepen trudge
zich baden bathe
zich baden swim
zich begeven make one's way
zich begeven proceed
zich bewust sensible
zich bewust aware
zich bewust conscious
zich buigen bend over
zich buigen lean
zich bukken bend down
zich bukken stoop
zich delen become separate
zich delen divide
zich haasten hasten
zich haasten hurry
zich haasten rush
zich haasten scurry
zich haasten hurry
zich haasten push on
zich kleden get dressed
zich kleden dress
zich mengen mingle
zich opmaken make oneself up
zich redden make shift
zich redden make do
zich redden manage
zich reppen scurry
zich reppen hurry
zich reppen hasten
zich spannen tense
zich spannen become taut
zich spannen tauten
zich tonen show oneself
zich vormen form
zich wassen get washed
zich wassen have a wash
zich wassen wash up
zich wassen wash
zich winden wind
zich winden twist
zich winden wind
zich winden twist
zich winden twine
zich winden entwine
zich winden twine around
zich winden twist around
zich winden curl
zich wreken revenge oneself
zich wreken avenge oneself
zich wreken take revenge
zich zetten position oneself
zich ... gedragen adopt an ... attitude towards
zich ... gedragen take up a ... position on
zich blufferig gedragen act boastfully
zich blufferig gedragen act big
zich dikdoenerig gedragen act boastfully
zich dikdoenerig gedragen act big
zich goed gedragen behave oneself well
zich goed gedragen behave well
zich goed gedragen behave
zich slecht gedragen behave oneself badly
zich sociabel gedragen be sociable
zich heel erg vergissen make a grave error
zich heel erg vergissen make a big mistake
zich heel erg vergissen be greatly mistaken
zich heel erg vergissen be sorely mistaken
zich schromelijk vergissen make a grave error
zich schromelijk vergissen make a big mistake
zich schromelijk vergissen be greatly mistaken
zich schromelijk vergissen be sorely mistaken
zich vergissen in be wrong about
zich vergissen in judge wrongly
zich vergissen in misjudge
zich concentreren op concentrate on
zich concentreren op aim one's attention directly towards
zich concentreren op zero in on
zich concentreren op focus on
zich afbeulen labor
zich afbeulen slave away
zich afbeulen slave
zich afbeulen drudge
zich afbeulen toil
zich afbeulen plod
zich afbeulen slog
zich afsloven labor
zich afsloven slave away
zich afsloven plod on
zich afsloven slave
zich afsloven drudge
zich afsloven toil
zich afsloven plod
zich afsloven slog
zich aftobben labor
zich aftobben slave away
zich aftobben slave
zich aftobben drudge
zich aftobben toil
zich aftobben plod
zich aftobben slog
zich behelpen make do
zich behelpen manage
zich behelpen get along
zich behelpen get by
zich behelpen manage
zich behelpen make do
zich behelpen make shift
zich behelpen manage
zich beklagen complain
zich beraden think over
zich beraden consider
zich blameren bring shame upon oneself
zich blameren bring discredit to oneself
zich blameren disgrace oneself
zich ergeren become pissed off
zich ergeren become mad
zich ergeren become annoyed
zich ergeren fret
zich omkeren turn around
zich omkeren turn
zich schamen feel ashamed
zich schamen be embarrassed
zich schamen be ashamed
zich schamen be embarrassed
zich schamen be ashamed
zich spijten regret
zich spijten be sorry
zich spoeden scurry
zich voordoen go on
zich voordoen take place
zich voordoen occur
zich bezinnen op think over
zich bezinnen op consider
zich abonneren op take out a subscription
zich abonneren op subscribe to
zich laten verspreken cause to make a mistake
zich laten verspreken trip up
zich verwonderen over wonder at
zich vastklampen aan hang on to
zich vastklampen aan cling to
zich vastklampen aan hold tight
zich vastklampen aan cling to
zich afvragen doubt
zich afvragen wonder
zich afvragen ask oneself
zich afvragen wonder
zich nestelen curl up
zich nestelen curl up
zich nestelen snuggle
zich nestelen nestle
zich verbazen be surprised
zich verbazen wonder
zich bedenken have second thoughts
zich bedenken think twice about it
zich bedenken think better of it
zich verlagen lower oneself
zich verlagen stoop
zich verlagen vouchsafe
zich verlagen deign
zich verlagen condescend
zich verlagen grovel
zich vermaken have a good time
zich vermaken have fun
zich vermaken amuse oneself
zich vermaken enjoy oneself
zich krommen curve
zich kwetsen hurt oneself
zich kwetsen injure oneself
zich beraden over consider
zich beraden over debate
zich verwaardigen om stoop to
zich verwaardigen om deign to
zich verwaardigen om condescend to
zich amuseren have a good time
zich amuseren have fun
zich amuseren amuse oneself
zich amuseren enjoy oneself
zich bezinnen think twice about it
zich bezinnen think better of it
zich bevinden be located
zich bevinden be
zich bevinden find oneself
zich bevinden be situated
zich bevinden be located
zich bevinden lie
zich opwinden become pissed off
zich opwinden become mad
zich opwinden become annoyed
zich opwinden excite oneself
Vertalen Zich in andere talen
Vertalen zich in Duits
Vertalen zich in Frans
Vertalen zich in Italiaans
Vertalen zich in Spaans
Vertalen zich in Portugees
Vertalen zich in Sloveens
Vertalen zich in Pools
Vertalen zich in Tsjechisch