opnemen
(n)
(n)
(fysiologie)
|
upptagande
(n)
(n)
(fysiologie)
|
opnemen
(n)
(v)
(ziekenhuis)
|
spela in på band
(v)
(ziekenhuis)
|
opnemen
(n)
(v)
(muziek)
|
inta
(v)
(muziek)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
intagen
tar in
tar in
tog in
tog in
|
opnemen
(n)
(v)
(persoon)
|
inta
(v)
(persoon)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
intagen
tar in
tar in
tog in
tog in
|
opnemen
(n)
(v)
(berekening)
|
ta hänsyn till
(v)
(berekening)
|
opnemen
(n)
(v)
(berekening)
|
räkna in
(v)
(berekening)
|
opnemen
(n)
(v)
(plannen)
|
räkna med
(v)
(plannen)
|
opnemen
(n)
(v)
(ziekenhuis)
|
banda
(v)
(ziekenhuis)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
bandad
bandar
bandar
bandade
bandade
|
opnemen
(n)
(v)
(persoon)
|
banda
(v)
(persoon)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
bandad
bandar
bandar
bandade
bandade
|
opnemen
(n)
(v)
(ziekenhuis)
|
spela in
(v)
(ziekenhuis)
|
opnemen
(n)
(v)
(bandrecorder)
|
spela in
(v)
(bandrecorder)
|
opnemen
(n)
(v)
(ziekenhuis)
|
ta in
(v)
(ziekenhuis)
|
opnemen
(n)
(v)
(plannen)
|
kalkylera in
(v)
(plannen)
|
opnemen
(n)
(v)
(bandrecorder)
|
spela in på band
(v)
(bandrecorder)
|
opnemen
(n)
(v)
(film)
|
inta
(v)
(film)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
intagen
tar in
tar in
tog in
tog in
|
opnemen
(n)
(v)
(film)
|
spela in på band
(v)
(film)
|
opnemen
(n)
(v)
(ziekenhuis)
|
inta
(v)
(ziekenhuis)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
intagen
tar in
tar in
tog in
tog in
|
opnemen
(n)
(v)
(bankwezen)
|
ta ut
(v)
(bankwezen)
|
opnemen
(n)
(v)
(telefoon)
|
lyfta på
(v)
(telefoon)
|
opnemen
(n)
(v)
(persoon)
|
spela in
(v)
(persoon)
|
opnemen
(n)
(v)
(muziek)
|
videobanda
(v)
(muziek)
|
opnemen
(n)
(v)
(ziekenhuis)
|
motta
(v)
(ziekenhuis)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
mottagen
tar emot
tar emot
tog emot
tog emot
|
opnemen
(n)
(v)
(persoon)
|
motta
(v)
(persoon)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
mottagen
tar emot
tar emot
tog emot
tog emot
|
opnemen
(n)
(v)
(persoon)
|
spela in på band
(v)
(persoon)
|
opnemen
(n)
(v)
(persoon)
|
ta in
(v)
(persoon)
|
opnemen
(n)
(v)
(film)
|
ta in
(v)
(film)
|
opnemen
(n)
(v)
(schoonmaken)
|
torka upp
(v)
(schoonmaken)
|
opnemen
(n)
(v)
(bandrecorder)
|
inta
(v)
(bandrecorder)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
intagen
tar in
tar in
tog in
tog in
|
opnemen
(n)
(v)
(bandrecorder)
|
motta
(v)
(bandrecorder)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
mottagen
tar emot
tar emot
tog emot
tog emot
|
opnemen
(n)
(v)
(film)
|
videobanda
(v)
(film)
|
opnemen
(n)
(v)
(muziek)
|
ta in
(v)
(muziek)
|
opnemen
(n)
(v)
(muziek)
|
motta
(v)
(muziek)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
mottagen
tar emot
tar emot
tog emot
tog emot
|
opnemen
(n)
(v)
(muziek)
|
spela in
(v)
(muziek)
|
opnemen
(n)
(v)
(film)
|
banda
(v)
(film)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
bandad
bandar
bandar
bandade
bandade
|
opnemen
(n)
(v)
(berekening)
|
räkna med
(v)
(berekening)
|
opnemen
(n)
(v)
(muziek)
|
spela in på band
(v)
(muziek)
|
opnemen
(n)
(v)
(Geld)
|
ta ut
(v)
(Geld)
|
opnemen
(n)
(v)
(bandrecorder)
|
ta in
(v)
(bandrecorder)
|
opnemen
(n)
(v)
(plannen)
|
ta hänsyn till
(v)
(plannen)
|
opnemen
(n)
(v)
(plannen)
|
räkna in
(v)
(plannen)
|
opnemen
(n)
(v)
(persoon)
|
videobanda
(v)
(persoon)
|
opnemen
(n)
(v)
(bandrecorder)
|
banda
(v)
(bandrecorder)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
bandad
bandar
bandar
bandade
bandade
|
opnemen
(n)
(v)
(bandrecorder)
|
videobanda
(v)
(bandrecorder)
|
opnemen
(n)
(v)
(film)
|
spela in
(v)
(film)
|
opnemen
(n)
(v)
(muziek)
|
banda
(v)
(muziek)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
bandad
bandar
bandar
bandade
bandade
|
opnemen
(n)
(v)
(berekening)
|
kalkylera in
(v)
(berekening)
|
opnemen
(n)
(v)
(film)
|
motta
(v)
(film)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
mottagen
tar emot
tar emot
tog emot
tog emot
|
opnemen
(n)
(v)
(ziekenhuis)
|
videobanda
(v)
(ziekenhuis)
|