opnemen
(n)
(n)
(fysiologie)
|
assimilazione
(f)
(n)
(fysiologie)
|
opnemen
(n)
(v)
(film)
|
accogliere
(v)
(film)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
accogliendo
accogli
accolgono
accoglievano
accoglievi
|
opnemen
(n)
(v)
(ziekenhuis)
|
registrare
(v)
(ziekenhuis)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
registrando
registrano
registri
registravano
registravi
|
opnemen
(n)
(v)
(berekening)
|
tenere conto di
(v)
(berekening)
|
opnemen
(n)
(v)
(bankwezen)
|
prelevare
(v)
(bankwezen)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
prelevando
prelevano
prelevi
prelevavano
prelevavi
|
opnemen
(n)
(v)
(muziek)
|
ammettere
(v)
(muziek)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
ammettendo
ammetti
ammettono
ammettevano
ammettevi
|
opnemen
(n)
(v)
(bandrecorder)
|
accogliere
(v)
(bandrecorder)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
accogliendo
accogli
accolgono
accoglievano
accoglievi
|
opnemen
(n)
(v)
(bandrecorder)
|
registrare
(v)
(bandrecorder)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
registrando
registrano
registri
registravano
registravi
|
opnemen
(n)
(v)
(telefoon)
|
rispondere a
(v)
(telefoon)
|
opnemen
(n)
(v)
(plannen)
|
calcolare
(v)
(plannen)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
calcolando
calcolano
calcoli
calcolavano
calcolavi
|
opnemen
(n)
(v)
(persoon)
|
accogliere
(v)
(persoon)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
accogliendo
accogli
accolgono
accoglievano
accoglievi
|
opnemen
(n)
(v)
(film)
|
registrare su videocassetta
(v)
(film)
|
opnemen
(n)
(v)
(Geld)
|
ritirare
(v)
(Geld)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
opnemen
(n)
(v)
(Geld)
|
prelevare
(v)
(Geld)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
prelevando
prelevano
prelevi
prelevavano
prelevavi
|
opnemen
(n)
(v)
(ziekenhuis)
|
ammettere
(v)
(ziekenhuis)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
ammettendo
ammetti
ammettono
ammettevano
ammettevi
|
opnemen
(n)
(v)
(muziek)
|
accogliere
(v)
(muziek)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
accogliendo
accogli
accolgono
accoglievano
accoglievi
|
opnemen
(n)
(v)
(schoonmaken)
|
pulire
(v)
(schoonmaken)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
pulendo
pulisci
puliscono
pulivano
pulivi
|
opnemen
(n)
(v)
(bankwezen)
|
ritirare
(v)
(bankwezen)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
opnemen
(n)
(v)
(plannen)
|
includere
(v)
(plannen)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
includendo
includi
includono
includevano
includevi
|
opnemen
(n)
(v)
(bandrecorder)
|
ammettere
(v)
(bandrecorder)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
ammettendo
ammetti
ammettono
ammettevano
ammettevi
|
opnemen
(n)
(v)
(persoon)
|
registrare
(v)
(persoon)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
registrando
registrano
registri
registravano
registravi
|
opnemen
(n)
(v)
(ziekenhuis)
|
registrare su videocassetta
(v)
(ziekenhuis)
|
opnemen
(n)
(v)
(persoon)
|
registrare su videocassetta
(v)
(persoon)
|
opnemen
(n)
(v)
(schoonmaken)
|
asciugare
(v)
(schoonmaken)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
asciugando
asciugano
asciughi
asciugavano
asciugavi
|
opnemen
(n)
(v)
(film)
|
ammettere
(v)
(film)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
ammettendo
ammetti
ammettono
ammettevano
ammettevi
|
opnemen
(n)
(v)
(ziekenhuis)
|
accogliere
(v)
(ziekenhuis)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
accogliendo
accogli
accolgono
accoglievano
accoglievi
|
opnemen
(n)
(v)
(film)
|
registrare
(v)
(film)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
registrando
registrano
registri
registravano
registravi
|
opnemen
(n)
(v)
(plannen)
|
tenere conto di
(v)
(plannen)
|
opnemen
(n)
(v)
(berekening)
|
includere
(v)
(berekening)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
includendo
includi
includono
includevano
includevi
|
opnemen
(n)
(v)
(persoon)
|
ammettere
(v)
(persoon)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
ammettendo
ammetti
ammettono
ammettevano
ammettevi
|
opnemen
(n)
(v)
(muziek)
|
registrare
(v)
(muziek)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
registrando
registrano
registri
registravano
registravi
|
opnemen
(n)
(v)
(bandrecorder)
|
registrare su videocassetta
(v)
(bandrecorder)
|
opnemen
(n)
(v)
(muziek)
|
registrare su videocassetta
(v)
(muziek)
|
opnemen
(n)
(v)
(berekening)
|
calcolare
(v)
(berekening)
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
calcolando
calcolano
calcoli
calcolavano
calcolavi
|