Insluiten — Nederlandse Sloveens vertaling88 vertalingen gevonden

insluiten (n) (n) (algemeen) inbegripande (n) (n) (algemeen)
insluiten (n) (v) (omheining) stänga in (v) (omheining)
insluiten (n) (v) (omvatten) inhägna (v) (omvatten)
insluiten (n) (v) (met zich meebrengen) innefatta (v) (met zich meebrengen)
insluiten (n) (v) (mogelijkheid) spärra in (v) (mogelijkheid)
insluiten (n) (v) (opsluiten) stoppa in (v) (opsluiten)
insluiten (n) (v) (opsluiten) innefatta (v) (opsluiten)
insluiten (n) (v) (mogelijkheid) stänga in (v) (mogelijkheid)
insluiten (n) (v) (algemeen) inhägna (v) (algemeen)
insluiten (n) (v) (mogelijkheid) låsa in (v) (mogelijkheid)
insluiten (n) (v) (Brief) införa (v) (Brief)
insluiten (n) (v) (algemeen) inbegripa (v) (algemeen)
insluiten (n) (v) (met zich meebrengen) låsa in (v) (met zich meebrengen)
insluiten (n) (v) (algemeen) låsa in (v) (algemeen)
insluiten (n) (v) (omvatten) inbegripa (v) (omvatten)
insluiten (n) (v) (omheining) innehålla (v) (omheining)
insluiten (n) (v) (omvatten) stoppa in (v) (omvatten)
insluiten (n) (v) (algemeen) innehålla (v) (algemeen)
insluiten (n) (v) (mogelijkheid) omfatta (v) (mogelijkheid)
insluiten (n) (v) (omvatten) spärra in (v) (omvatten)
insluiten (n) (v) (met zich meebrengen) implicera (v) (met zich meebrengen)
insluiten (n) (v) (opsluiten) omfatta (v) (opsluiten)
insluiten (n) (v) (met zich meebrengen) stänga in (v) (met zich meebrengen)
insluiten (n) (v) (mogelijkheid) täcka (v) (mogelijkheid)
insluiten (n) (v) (vijand) omringa (v) (vijand)
insluiten (n) (v) (omvatten) innebära (v) (omvatten)
insluiten (n) (v) (omheining) stoppa in (v) (omheining)
insluiten (n) (v) (met zich meebrengen) täcka (v) (met zich meebrengen)
insluiten (n) (v) (algemeen) spärra in (v) (algemeen)
insluiten (n) (v) (algemeen) omgärda (v) (algemeen)
insluiten (n) (v) (algemeen) täcka (v) (algemeen)
insluiten (n) (v) (omvatten) stänga in (v) (omvatten)
insluiten (n) (v) (opsluiten) spärra in (v) (opsluiten)
insluiten (n) (v) (omvatten) låsa in (v) (omvatten)
insluiten (n) (v) (omheining) implicera (v) (omheining)
insluiten (n) (v) (omvatten) omgärda (v) (omvatten)
insluiten (n) (v) (omheining) låsa in (v) (omheining)
insluiten (n) (v) (omringen) inringa (v) (omringen)
insluiten (n) (v) (opsluiten) inbegripa (v) (opsluiten)
insluiten (n) (v) (mogelijkheid) innehålla (v) (mogelijkheid)
insluiten (n) (v) (mogelijkheid) stoppa in (v) (mogelijkheid)
insluiten (n) (v) (opsluiten) omgärda (v) (opsluiten)
insluiten (n) (v) (met zich meebrengen) spärra in (v) (met zich meebrengen)
insluiten (n) (v) (algemeen) stoppa in (v) (algemeen)
insluiten (n) (v) (algemeen) omfatta (v) (algemeen)
insluiten (n) (v) (algemeen) implicera (v) (algemeen)
insluiten (n) (v) (omheining) inhägna (v) (omheining)
insluiten (n) (v) (omheining) innebära (v) (omheining)
insluiten (n) (v) (omvatten) täcka (v) (omvatten)
insluiten (n) (v) (omringen) omringa (v) (omringen)
insluiten (n) (v) (vijand) omge (v) (vijand)
insluiten (n) (v) (opsluiten) inhägna (v) (opsluiten)
insluiten (n) (v) (omheining) täcka (v) (omheining)
insluiten (n) (v) (opsluiten) innehålla (v) (opsluiten)
insluiten (n) (v) (met zich meebrengen) omgärda (v) (met zich meebrengen)
insluiten (n) (v) (mogelijkheid) innefatta (v) (mogelijkheid)
insluiten (n) (v) (opsluiten) stänga in (v) (opsluiten)
insluiten (n) (v) (met zich meebrengen) omfatta (v) (met zich meebrengen)
insluiten (n) (v) (opsluiten) låsa in (v) (opsluiten)
insluiten (n) (v) (mogelijkheid) implicera (v) (mogelijkheid)
insluiten (n) (v) (mogelijkheid) omgärda (v) (mogelijkheid)
insluiten (n) (v) (algemeen) stänga in (v) (algemeen)
insluiten (n) (v) (vijand) inringa (v) (vijand)
insluiten (n) (v) (omheining) inbegripa (v) (omheining)
insluiten (n) (v) (omvatten) innehålla (v) (omvatten)
insluiten (n) (v) (met zich meebrengen) stoppa in (v) (met zich meebrengen)
insluiten (n) (v) (algemeen) innefatta (v) (algemeen)
insluiten (n) (v) (omheining) spärra in (v) (omheining)
insluiten (n) (v) (mogelijkheid) inhägna (v) (mogelijkheid)
insluiten (n) (v) (omvatten) innefatta (v) (omvatten)
insluiten (n) (v) (opsluiten) innebära (v) (opsluiten)
insluiten (n) (v) (omvatten) omfatta (v) (omvatten)
insluiten (n) (v) (met zich meebrengen) innebära (v) (met zich meebrengen)
insluiten (n) (v) (opsluiten) täcka (v) (opsluiten)
insluiten (n) (v) (Brief) bilägga (v) (Brief)
insluiten (n) (v) (omringen) omge (v) (omringen)
insluiten (n) (v) (mogelijkheid) inbegripa (v) (mogelijkheid)
insluiten (n) (v) (met zich meebrengen) innehålla (v) (met zich meebrengen)
insluiten (n) (v) (omheining) omgärda (v) (omheining)
insluiten (n) (v) (omheining) innefatta (v) (omheining)
insluiten (n) (v) (opsluiten) implicera (v) (opsluiten)
insluiten (n) (v) (omheining) omfatta (v) (omheining)
insluiten (n) (v) (algemeen) innebära (v) (algemeen)
insluiten (n) (v) (omvatten) implicera (v) (omvatten)
insluiten (n) (v) (met zich meebrengen) inhägna (v) (met zich meebrengen)
insluiten (n) (v) (mogelijkheid) innebära (v) (mogelijkheid)
insluiten (n) (v) (met zich meebrengen) inbegripa (v) (met zich meebrengen)
insluiten (n) (v) (Brief) bifoga (v) (Brief)
Vertalen Insluiten in andere talen
Vertalen insluiten in Engels
Vertalen insluiten in Duits
Vertalen insluiten in Frans
Vertalen insluiten in Italiaans
Vertalen insluiten in Spaans
Vertalen insluiten in Portugees
Vertalen insluiten in Pools
Vertalen insluiten in Tsjechisch