Overtreffen — Nederlandse Portugees vertaling57 vertalingen gevonden

overtreffen (v) (wedstrijd) exceder (v) (wedstrijd)
overtreffen (v) (persoon) apagar o brilho de (v) (persoon)
overtreffen (v) (mededinger) transcender (v) (mededinger)
overtreffen (v) (algemeen) superar (v) (algemeen)
overtreffen (v) (limiet) ofuscar o brilho de (v) (limiet)
overtreffen (v) (persoon) levar vantagem sobre (v) (persoon)
overtreffen (v) (wedstrijd) deixar para trás (v) (wedstrijd)
overtreffen (v) (limiet) derrotar (v) (limiet)
overtreffen (v) (limiet) vencer (v) (limiet)
overtreffen (v) (vergelijking) exceder (v) (vergelijking)
overtreffen (v) (vergelijking) deixar para trás (v) (vergelijking)
overtreffen (v) (mededinger) fazer melhor (v) (mededinger)
overtreffen (v) (persoon) vencer (v) (persoon)
overtreffen (v) (vergelijking) ofuscar o brilho de (v) (vergelijking)
overtreffen (v) (limiet) levar vantagem sobre (v) (limiet)
overtreffen (v) (vergelijking) superar (v) (vergelijking)
overtreffen (v) (limiet) ser maior do que (v) (limiet)
overtreffen (v) (persoon) derrotar (v) (persoon)
overtreffen (v) (algemeen) transcender (v) (algemeen)
overtreffen (v) (mededinger) superar (v) (mededinger)
overtreffen (v) (algemeen) fazer melhor (v) (algemeen)
overtreffen (v) (limiet) deixar para trás (v) (limiet)
overtreffen (v) (algemeen) ofuscar o brilho de (v) (algemeen)
overtreffen (v) (mededinger) derrotar (v) (mededinger)
overtreffen (v) (persoon) superar (v) (persoon)
overtreffen (v) (vergelijking) ser maior do que (v) (vergelijking)
overtreffen (v) (persoon) deixar para trás (v) (persoon)
overtreffen (v) (vergelijking) fazer melhor (v) (vergelijking)
overtreffen (v) (wedstrijd) superar (v) (wedstrijd)
overtreffen (v) (wedstrijd) ofuscar o brilho de (v) (wedstrijd)
overtreffen (v) (algemeen) levar vantagem sobre (v) (algemeen)
overtreffen (v) (wedstrijd) vencer (v) (wedstrijd)
overtreffen (v) (algemeen) exceder (v) (algemeen)
overtreffen (v) (wedstrijd) derrotar (v) (wedstrijd)
overtreffen (v) (vergelijking) transcender (v) (vergelijking)
overtreffen (v) (persoon) transcender (v) (persoon)
overtreffen (v) (wedstrijd) fazer melhor (v) (wedstrijd)
overtreffen (v) (mededinger) deixar para trás (v) (mededinger)
overtreffen (v) (algemeen) derrotar (v) (algemeen)
overtreffen (v) (vergelijking) levar vantagem sobre (v) (vergelijking)
overtreffen (v) (mededinger) vencer (v) (mededinger)
overtreffen (v) (persoon) exceder (v) (persoon)
overtreffen (v) (limiet) exceder (v) (limiet)
overtreffen (v) (persoon) fazer melhor (v) (persoon)
overtreffen (v) (limiet) superar (v) (limiet)
overtreffen (v) (mededinger) ofuscar o brilho de (v) (mededinger)
overtreffen (v) (mededinger) levar vantagem sobre (v) (mededinger)
overtreffen (v) (vergelijking) vencer (v) (vergelijking)
overtreffen (v) (mededinger) exceder (v) (mededinger)
overtreffen (v) (vergelijking) derrotar (v) (vergelijking)
overtreffen (v) (limiet) transcender (v) (limiet)
overtreffen (v) (wedstrijd) transcender (v) (wedstrijd)
overtreffen (v) (limiet) fazer melhor (v) (limiet)
overtreffen (v) (algemeen) deixar para trás (v) (algemeen)
overtreffen (v) (persoon) ofuscar o brilho de (v) (persoon)
overtreffen (v) (wedstrijd) levar vantagem sobre (v) (wedstrijd)
overtreffen (v) (algemeen) vencer (v) (algemeen)
Overtreffen Voorbeelden5 voorbeelden gevonden
de verwachting overtreffen superar as expectativas
de verwachting overtreffen exceder as expectativas de alguém
in aantal overtreffen ser mais numeroso
in aantal overtreffen superar em n meros
in verkoop overtreffen vender mais do que
Vertalen Overtreffen in andere talen
Vertalen overtreffen in Engels
Vertalen overtreffen in Duits
Vertalen overtreffen in Frans
Vertalen overtreffen in Italiaans
Vertalen overtreffen in Spaans
Vertalen overtreffen in Sloveens
Vertalen overtreffen in Pools
Vertalen overtreffen in Tsjechisch