overtreffen (v) (vergelijking) | überschreiten (v) (vergelijking) |
overtreffen (v) (limiet) | übersteigen (v) (limiet) |
overtreffen (v) (wedstrijd) | übertreffen (v) (wedstrijd) |
overtreffen (v) (vergelijking) | übertreffen (v) (vergelijking) |
overtreffen (v) (mededinger) | übertreffen (v) (mededinger) |
overtreffen (v) (vergelijking) | übertreten (v) (vergelijking) |
overtreffen (v) (algemeen) | übertreffen (v) (algemeen) |
overtreffen (v) (vergelijking) | übersteigen (v) (vergelijking) |
overtreffen (v) (algemeen) | überragen (v) (algemeen) |
overtreffen (v) (limiet) | übertreffen (v) (limiet) |
in aantal overtreffen | zahlenmäßig überlegen sein |