Overtreffen — Nederlandse Frans vertaling45 vertalingen gevonden

overtreffen (v) (wedstrijd) dépasser (v) (wedstrijd)
overtreffen (v) (vergelijking) transcender (v) (vergelijking)
overtreffen (v) (algemeen) dépasser (v) (algemeen)
overtreffen (v) (limiet) dominer (v) (limiet)
overtreffen (v) (persoon) se montrer supérieur à (v) (persoon)
overtreffen (v) (wedstrijd) transcender (v) (wedstrijd)
overtreffen (v) (vergelijking) surpasser (v) (vergelijking)
overtreffen (v) (vergelijking) excéder (v) (vergelijking)
overtreffen (v) (limiet) excéder (v) (limiet)
overtreffen (v) (persoon) dominer (v) (persoon)
overtreffen (v) (mededinger) surclasser (v) (mededinger)
overtreffen (v) (wedstrijd) surclasser (v) (wedstrijd)
overtreffen (v) (limiet) surpasser (v) (limiet)
overtreffen (v) (mededinger) dépasser (v) (mededinger)
overtreffen (v) (limiet) transcender (v) (limiet)
overtreffen (v) (vergelijking) dépasser (v) (vergelijking)
overtreffen (v) (vergelijking) se montrer supérieur à (v) (vergelijking)
overtreffen (v) (mededinger) transcender (v) (mededinger)
overtreffen (v) (wedstrijd) surpasser (v) (wedstrijd)
overtreffen (v) (persoon) surpasser (v) (persoon)
overtreffen (v) (mededinger) exceller (v) (mededinger)
overtreffen (v) (limiet) surclasser (v) (limiet)
overtreffen (v) (wedstrijd) dominer (v) (wedstrijd)
overtreffen (v) (algemeen) se montrer supérieur à (v) (algemeen)
overtreffen (v) (algemeen) transcender (v) (algemeen)
overtreffen (v) (limiet) dépasser (v) (limiet)
overtreffen (v) (persoon) exceller (v) (persoon)
overtreffen (v) (algemeen) exceller (v) (algemeen)
overtreffen (v) (wedstrijd) se montrer supérieur à (v) (wedstrijd)
overtreffen (v) (algemeen) dominer (v) (algemeen)
overtreffen (v) (persoon) surclasser (v) (persoon)
overtreffen (v) (mededinger) surpasser (v) (mededinger)
overtreffen (v) (persoon) dépasser (v) (persoon)
overtreffen (v) (limiet) exceller (v) (limiet)
overtreffen (v) (vergelijking) dominer (v) (vergelijking)
overtreffen (v) (algemeen) surclasser (v) (algemeen)
overtreffen (v) (mededinger) se montrer supérieur à (v) (mededinger)
overtreffen (v) (persoon) transcender (v) (persoon)
overtreffen (v) (persoon) éclipser (v) (persoon)
overtreffen (v) (wedstrijd) exceller (v) (wedstrijd)
overtreffen (v) (vergelijking) exceller (v) (vergelijking)
overtreffen (v) (limiet) se montrer supérieur à (v) (limiet)
overtreffen (v) (mededinger) dominer (v) (mededinger)
overtreffen (v) (vergelijking) surclasser (v) (vergelijking)
overtreffen (v) (algemeen) surpasser (v) (algemeen)
Overtreffen Voorbeelden5 voorbeelden gevonden
de verwachting overtreffen étre mieux que l'on pouvait s'y attendre
de verwachting overtreffen se révéler mieux que prévu
de verwachting overtreffen dépasser l'espérance
in aantal overtreffen l'emporter en nombre sur
in verkoop overtreffen se vendre plus que
Vertalen Overtreffen in andere talen
Vertalen overtreffen in Engels
Vertalen overtreffen in Duits
Vertalen overtreffen in Italiaans
Vertalen overtreffen in Spaans
Vertalen overtreffen in Portugees
Vertalen overtreffen in Sloveens
Vertalen overtreffen in Pools
Vertalen overtreffen in Tsjechisch