Scheiden — Nederlandse Italiaans vertaling56 vertalingen gevonden

scheiden (n) (n) (technisch) disinnesto (m) (n) (technisch)
scheiden (n) (n) (technisch) separazione (f) (n) (technisch)
scheiden (n) (v) (mensen) separarsi (v) (mensen)
scheiden (n) (v) (grens) dividere (v) (grens)
scheiden (n) (v) (grens) separarsi (v) (grens)
scheiden (n) (v) (ongeval) dissociare (v) (ongeval)
scheiden (n) (v) (afscheiden) recidere (v) (afscheiden)
scheiden (n) (v) (voorwerpen) disgiungere (v) (voorwerpen)
scheiden (n) (v) (intransitief) recidere (v) (intransitief)
scheiden (n) (v) (grens) mozzare (v) (grens)
scheiden (n) (v) (voorwerpen) separare (v) (voorwerpen)
scheiden (n) (v) (intransitief) separarsi (v) (intransitief)
scheiden (n) (v) (intransitief) dividere (v) (intransitief)
scheiden (n) (v) (intransitief) mozzare (v) (intransitief)
scheiden (n) (v) (afscheiden) disgiungere (v) (afscheiden)
scheiden (n) (v) (scheidingsmuur) separare (v) (scheidingsmuur)
scheiden (n) (v) (Chemie) dissociare (v) (Chemie)
scheiden (n) (v) (scheidingsmuur) recidere (v) (scheidingsmuur)
scheiden (n) (v) (relatie) separarsi (v) (relatie)
scheiden (n) (v) (Chemie) dividere (v) (Chemie)
scheiden (n) (v) (scheidingsmuur) separarsi (v) (scheidingsmuur)
scheiden (n) (v) (grens) dissociare (v) (grens)
scheiden (n) (v) (intransitief) disgiungere (v) (intransitief)
scheiden (n) (v) (voorwerpen) recidere (v) (voorwerpen)
scheiden (n) (v) (scheidingsmuur) mozzare (v) (scheidingsmuur)
scheiden (n) (v) (intransitief) separare (v) (intransitief)
scheiden (n) (v) (voorwerpen) separarsi (v) (voorwerpen)
scheiden (n) (v) (ongeval) dividere (v) (ongeval)
scheiden (n) (v) (voorwerpen) mozzare (v) (voorwerpen)
scheiden (n) (v) (relatie) rompere (v) (relatie)
scheiden (n) (v) (voorwerpen) dissociare (v) (voorwerpen)
scheiden (n) (v) (Chemie) mozzare (v) (Chemie)
scheiden (n) (v) (afscheiden) dividere (v) (afscheiden)
scheiden (n) (v) (Chemie) separarsi (v) (Chemie)
scheiden (n) (v) (Chemie) separare (v) (Chemie)
scheiden (n) (v) (scheidingsmuur) disgiungere (v) (scheidingsmuur)
scheiden (n) (v) (afscheiden) dissociare (v) (afscheiden)
scheiden (n) (v) (grens) disgiungere (v) (grens)
scheiden (n) (v) (grens) separare (v) (grens)
scheiden (n) (v) (mensen) dividersi (v) (mensen)
scheiden (n) (v) (ongeval) recidere (v) (ongeval)
scheiden (n) (v) (scheidingsmuur) dividere (v) (scheidingsmuur)
scheiden (n) (v) (ongeval) separarsi (v) (ongeval)
scheiden (n) (v) (intransitief) dissociare (v) (intransitief)
scheiden (n) (v) (Chemie) recidere (v) (Chemie)
scheiden (n) (v) (Chemie) disgiungere (v) (Chemie)
scheiden (n) (v) (afscheiden) mozzare (v) (afscheiden)
scheiden (n) (v) (ongeval) mozzare (v) (ongeval)
scheiden (n) (v) (afscheiden) separarsi (v) (afscheiden)
scheiden (n) (v) (afscheiden) separare (v) (afscheiden)
scheiden (n) (v) (voorwerpen) dividere (v) (voorwerpen)
scheiden (n) (v) (scheidingsmuur) dissociare (v) (scheidingsmuur)
scheiden (n) (v) (ongeval) disgiungere (v) (ongeval)
scheiden (n) (v) (ongeval) separare (v) (ongeval)
scheiden (n) (v) (relatie) lasciarsi (v) (relatie)
scheiden (n) (v) (grens) recidere (v) (grens)
Scheiden Voorbeelden1 Bijvoorbeeld gevonden
door een afbrekingsteken scheiden scrivere con un trattino
Vertalen Scheiden in andere talen
Vertalen scheiden in Engels
Vertalen scheiden in Duits
Vertalen scheiden in Frans
Vertalen scheiden in Spaans
Vertalen scheiden in Portugees
Vertalen scheiden in Sloveens
Vertalen scheiden in Pools
Vertalen scheiden in Tsjechisch