Fout — Nederlandse Italiaans vertaling57 vertalingen gevonden

fout (m) (n) (gebrek) imperfezione (f) (n) (gebrek)
fout (m) (n) (karakter) demerito (m) (n) (karakter)
fout (m) (n) (voorwerpen) manchevolezza (f) (n) (voorwerpen)
fout (m) (n) (gebrek) sbaglio (m) (n) (gebrek)
fout (m) (n) (tekort) pecca (f) (n) (tekort)
fout (m) (n) (vergissing) errore (m) (n) (vergissing)
fout (m) (n) (karakter) imperfezione (f) (n) (karakter)
fout (m) (n) (gebrek) difetto (m) (n) (gebrek)
fout (m) (n) (gebrek) fallo (m) (n) (gebrek)
fout (m) (n) (karakter) difetto (m) (n) (karakter)
fout (m) (n) (vergissing) pecca (f) (n) (vergissing)
fout (m) (n) (vergissing) manchevolezza (f) (n) (vergissing)
fout (m) (n) (karakter) fallo (m) (n) (karakter)
fout (m) (n) (voorwerpen) demerito (m) (n) (voorwerpen)
fout (m) (n) (karakter) sbaglio (m) (n) (karakter)
fout (m) (n) (gebrek) pecca (f) (n) (gebrek)
fout (m) (n) (tekort) difetto (m) (n) (tekort)
fout (m) (n) (karakter) errore (m) (n) (karakter)
fout (m) (n) (vergissing) fallo (m) (n) (vergissing)
fout (m) (n) (voorwerpen) sbaglio (m) (n) (voorwerpen)
fout (m) (n) (vergissing) demerito (m) (n) (vergissing)
fout (m) (n) (gebrek) manchevolezza (f) (n) (gebrek)
fout (m) (n) (gebrek) errore (m) (n) (gebrek)
fout (m) (n) (vergissing) imperfezione (f) (n) (vergissing)
fout (m) (n) (tekort) fallo (m) (n) (tekort)
fout (m) (n) (karakter) manchevolezza (f) (n) (karakter)
fout (m) (n) (persoon) colpa (f) (n) (persoon)
fout (m) (n) (voorwerpen) pecca (f) (n) (voorwerpen)
fout (m) (n) (voorwerpen) difetto (m) (n) (voorwerpen)
fout (m) (n) (voorwerpen) errore (m) (n) (voorwerpen)
fout (m) (n) (voorwerpen) imperfezione (f) (n) (voorwerpen)
fout (m) (n) (tekort) sbaglio (m) (n) (tekort)
fout (m) (n) (tekort) demerito (m) (n) (tekort)
fout (m) (n) (tekort) manchevolezza (f) (n) (tekort)
fout (m) (n) (vergissing) sbaglio (m) (n) (vergissing)
fout (m) (n) (karakter) pecca (f) (n) (karakter)
fout (m) (n) (tekort) errore (m) (n) (tekort)
fout (m) (n) (tekort) imperfezione (f) (n) (tekort)
fout (m) (n) (vergissing) difetto (m) (n) (vergissing)
fout (m) (n) (karakter) fragilità (f) (n) (karakter)
fout (m) (n) (gebrek) demerito (m) (n) (gebrek)
fout (m) (n) (voorwerpen) fallo (m) (n) (voorwerpen)
fout (m) (a) (incorrect) errato (a) (incorrect)
fout (m) (a) (incorrect) incorretto (a) (incorrect)
fout (m) (a) (antwoord) scorretto (a) (antwoord)
fout (m) (a) (antwoord) incorretto (a) (antwoord)
fout (m) (a) (Idee) errato (a) (Idee)
fout (m) (a) (incorrect) sbagliato (a) (incorrect)
fout (m) (a) (antwoord) errato (a) (antwoord)
fout (m) (a) (Idee) sbagliato (a) (Idee)
fout (m) (a) (antwoord) sbagliato (a) (antwoord)
fout (m) (a) (incorrect) scorretto (a) (incorrect)
fout (m) (o) (verkeerd) male (m) (o) (verkeerd)
fout (m) (o) (plan) a monte (o) (plan)
fout (m) (o) (verkeerd) scorrettamente (o) (verkeerd)
fout (m) (o) (plan) male (m) (o) (plan)
fout (m) (o) (verkeerd) non bene (o) (verkeerd)
Fout Voorbeelden9 voorbeelden gevonden
een fout maken sbagliarsi
een fout maken sbagliare
een fout maken fare un errore
een fout maken errare
een fout maken commettere un errore
fout delen sbaglio nel dare le carte
iemands fout zijn essere colpa di
in fout zijn essere colpevole
medische fout negligenza
Vertalen Fout in andere talen
Vertalen fout in Engels
Vertalen fout in Duits
Vertalen fout in Frans
Vertalen fout in Spaans
Vertalen fout in Portugees
Vertalen fout in Sloveens
Vertalen fout in Pools
Vertalen fout in Tsjechisch