Gaan — Nederlandse Frans vertaling18 vertalingen gevonden

gaan (v) (algemeen) partir (v) (algemeen)
gaan (v) (algemeen) aller (v) (algemeen)
gaan (v) (reizen) aller (v) (reizen)
gaan (v) (algemeen) marcher (v) (algemeen)
gaan (v) (vertrek) s'en aller (v) (vertrek)
gaan (v) (vertrek) partir (v) (vertrek)
gaan (v) (fysische activiteit) faire un pas (v) (fysische activiteit)
gaan (v) (reizen) partir pour (v) (reizen)
gaan (v) (vertrek) marcher (v) (vertrek)
gaan (v) (algemeen) s'en aller (v) (algemeen)
gaan (v) (fysische activiteit) marcher (v) (fysische activiteit)
gaan (v) (fysische activiteit) aller (v) (fysische activiteit)
gaan (v) (vertrek) aller à pied (v) (vertrek)
gaan (v) (fysische activiteit) partir (v) (fysische activiteit)
gaan (v) (fysische activiteit) s'en aller (v) (fysische activiteit)
gaan (v) (fysische activiteit) aller à pied (v) (fysische activiteit)
gaan (v) (vertrek) aller (v) (vertrek)
gaan (v) (algemeen) aller à pied (v) (algemeen)
Gaan Voorbeelden213 voorbeelden gevonden
op vossejacht gaan aller à la chasse au renard
iemand laten begaan laisser quelqu'un en paix
iemand laten begaan laisser quelqu'un tranquille
iemand zijn gang laten gaan laisser quelqu'un en paix
iemand zijn gang laten gaan laisser quelqu'un tranquille
iemands gangen laten nagaan prendre en filature
laten voorbijgaan laisser passer
laten voorgaan donner la priorité à
laten voorgaan donner la préférence à
verloren laten gaan manquer
verloren laten gaan perdre
verloren laten gaan laisser passer
verstek laten gaan être en état de contumace
verstek laten gaan faire défaut
vrijuit laten gaan excuser
vrijuit laten gaan innocenter
vrijuit laten gaan acquitter
vrijuit laten gaan ne pas punir
vrijuit laten gaan faire grâce à
vrijuit laten gaan blanchir
er vandoor gaan met s'enfuir avec
er vandoor gaan met se sauver avec
goed kunnen omgaan met être au mieux avec
goed kunnen omgaan met avoir d'excellents rapports avec
goed kunnen omgaan met être en bon termes avec
in beroep gaand appelant
eruit gaan partir
gaan bij s'enrôler
gaan bij devenir membre
gaan bij s'unir à
gaan bij se joindre à
gaan bij s'associer à
gaan in entrer
gaan in entrer dans
gaan liggen se calmer
gaan liggen tomber
gaan met escorter
gaan met accompagner
gaan naar prendre le chemin de
gaan naar aller vers
gaan naar se diriger vers
gaan op marcher sur
gaan over concerner
gaan slapen aller dormir
gaan staan se lever
gaan staan se mettre debout
gaan wonen in s'établir
gaan wonen in occuper
gaan wonen in prendre possession de
gaan wonen in emménager dans
gaan wonen in résider en
gaan wonen in aller habiter
gaan wonen in habiter
goed gaan se dérouler sans anicroche
goed gaan marcher comme sur des roulettes
goed gaan aboutir
goed gaan parvenir à
goed gaan aller bien
goed gaan réussir à
goed gaan avoir du succès
goed gaan réussir
kapot gaan se rompre
laten gaan faire sortir
laten gaan excuser
laten gaan laisser sortir
laten gaan ne pas punir
laten gaan faire grâce à
opzij gaan faire de la place
opzij gaan se pousser
opzij gaan s'écarter
opzij gaan se ranger
opzij gaan laisser le passage
opzij gaan se tenir à l'écart
voor gaan passer en priorité
voor gaan être prioritaire
vreemdgaan avoir une aventure
vreemdgaan avoir une liaison
bergaf gaan dépraver
bergaf gaan rendre pire
bergaf gaan détériorer
bergaf gaan péricliter
bergaf gaan être sur le déclin
bergaf gaan décliner
omhoog gaan grimper
omhoog gaan monter
verder gaan poursuivre
vreemd gaan avoir des aventures
kapotgaan faire défaut
kapotgaan tomber en panne
akkoord gaan met penser le plus grand bien de
akkoord gaan met être d'accord avec
akkoord gaan met approuver
akkoord gaan met rejoindre
niet akkoord gaan différer
niet akkoord gaan différer d'opinion
niet akkoord gaan s'opposer
niet akkoord gaan être en désaccord
en masse binnengaan entrer en groupe
en masse binnengaan entrer en bande
bergafwaarts gaan dépraver
bergafwaarts gaan dépraver
bergafwaarts gaan détériorer
bergafwaarts gaan détériorer
bergafwaarts gaan péricliter
bergafwaarts gaan se détériorer
bergafwaarts gaan rendre pire
bergafwaarts gaan rendre pire
bergafwaarts gaan descendre la côte
bergafwaarts gaan descendre la côte
bergafwaarts gaan aller à la dérive
bergafwaarts gaan descendre la pente
bergafwaarts gaan descendre la pente
bergafwaarts gaan aller à la dérive
bergafwaarts gaan péricliter
bergafwaarts gaan se détériorer
bergafwaarts gaan décliner
bergafwaarts gaan aller à la ruine
bergafwaarts gaan aller à la ruine
bergafwaarts gaan décliner
bergafwaarts gaan se dégrader
bergafwaarts gaan décliner
bergafwaarts gaan décliner
bergafwaarts gaan être sur le déclin
bergafwaarts gaan péricliter
bergafwaarts gaan être sur le déclin
bergafwaarts gaan péricliter
bergafwaarts gaan être sur le déclin
bergafwaarts gaan être sur le déclin
bergafwaarts gaan se dégrader
weer omhooggaan se redresser
weer omhooggaan reprendre
opzij gaan staan faire de la place
opzij gaan staan se pousser
opzij gaan staan s'écarter
opzij gaan staan se ranger
opzij gaan staan laisser le passage
opzij gaan staan se tenir à l'écart
iemands verstand te boven gaan être au-delà de la compréhension de
in groep binnengaan entrer en groupe
in groep binnengaan entrer en bande
weer naar buiten gaan ressortir
naar beneden doen gaan faire descendre de force
weer naar beneden gaan redescendre
niet verloren gegaan conservé
niet verloren gegaan qui existe encore
niet verloren gegaan existant
direct voorafgaand précédant immédiatement
snel voorbijgaand fugace
snel voorbijgaand passager
snel voorbijgaand évanescent
snel voorbijgaand éphémère
snel voorbijgaand fugitif
voorafgaan précéder
voorafgaand précurseur
voorafgaand en ce temps-là
voorafgaand alors
voorafgaand alors
voorafgaand plus tôt
voorafgaand en ce temps-là
voorafgaand à l'époque
voorafgaand dans le temps
voorafgaand dans le temps
voorafgaand introductif
voorafgaand d'introduction
voorafgaand à l'époque
voorafgaand plus tôt
voorafgaand avant-coureur
voorafgaand précédent
voorafgaand précédent
voorafgaand passé
voorafgaand passé
voorafgaand d'autrefois
voorafgaand ancien
voorafgaand ancien
voorafgaand préliminaire
voorafgaand préliminaire
voorafgaand antérieur
voorafgaand antérieur
voorafgaand d'autrefois
voorafgaand feit antécédent
voorbijgaan passer
voorbijgaan passer
voorbijgaan s'écouler
voorbijgaan s'écouler
voorbijgaand provisoirement
voorbijgaand en ce moment
voorbijgaand fugace
voorbijgaand actuellement
voorbijgaand temporairement
voorbijgaand passager
voorbijgaand évanescent
voorbijgaand transitoire
voorbijgaand éphémère
voorbijgaand non permanent
voorbijgaand qui passe
voorbijgaand momentané
voorbijgaand fugitif
voorgaan être à l'avant-garde de
voorgaan indiquer la voie
voorgaan montrer le chemin
voorgaan passer devant
voortgaan suivre son chemin
voortgaan avancer
voortgaand en avant
vooruitgaan progresser
vooruitgaan avancer
vooruitgaan faire des progrès
vooruitgaan passer devant
vooruitgaan s'améliorer
vooruitgaand progressif
vooruitgaand se développant
sneller gaan rijden aller plus vite
sneller gaan rijden accélérer
Vertalen Gaan in andere talen
Vertalen gaan in Engels
Vertalen gaan in Duits
Vertalen gaan in Italiaans
Vertalen gaan in Spaans
Vertalen gaan in Portugees
Vertalen gaan in Sloveens
Vertalen gaan in Pools
Vertalen gaan in Tsjechisch