gaan
(v)
(vertrek)
|
caminar
(v)
(vertrek)
|
gegaan
gaan
gaat
ging
gingen
|
caminado
caminas
caminan
caminabas
caminaban
|
gaan
(v)
(fysische activiteit)
|
irse
(v)
(fysische activiteit)
|
gaan
(v)
(algemeen)
|
ir a pie
(v)
(algemeen)
|
gaan
(v)
(algemeen)
|
caminar
(v)
(algemeen)
|
gegaan
gaan
gaat
ging
gingen
|
caminado
caminas
caminan
caminabas
caminaban
|
gaan
(v)
(algemeen)
|
marcharse
(v)
(algemeen)
|
gaan
(v)
(reizen)
|
ir
(v)
(reizen)
|
gegaan
gaan
gaat
ging
gingen
|
ido
van
vas
iban
ibas
|
gaan
(v)
(fysische activiteit)
|
ir a pie
(v)
(fysische activiteit)
|
gaan
(v)
(fysische activiteit)
|
ir
(v)
(fysische activiteit)
|
gegaan
gaan
gaat
ging
gingen
|
ido
van
vas
iban
ibas
|
gaan
(v)
(fysische activiteit)
|
dar un paso
(v)
(fysische activiteit)
|
gaan
(v)
(fysische activiteit)
|
marcharse
(v)
(fysische activiteit)
|
gaan
(v)
(algemeen)
|
ir
(v)
(algemeen)
|
gegaan
gaan
gaat
ging
gingen
|
ido
van
vas
iban
ibas
|
gaan
(v)
(vertrek)
|
irse
(v)
(vertrek)
|
gaan
(v)
(vertrek)
|
ir
(v)
(vertrek)
|
gegaan
gaan
gaat
ging
gingen
|
ido
van
vas
iban
ibas
|
gaan
(v)
(fysische activiteit)
|
caminar
(v)
(fysische activiteit)
|
gegaan
gaan
gaat
ging
gingen
|
caminado
caminas
caminan
caminabas
caminaban
|
gaan
(v)
(vertrek)
|
marcharse
(v)
(vertrek)
|
gaan
(v)
(vertrek)
|
ir a pie
(v)
(vertrek)
|
gaan
(v)
(algemeen)
|
irse
(v)
(algemeen)
|