Goed — Nederlandse Sloveens vertaling119 vertalingen gevonden

goed (n) (n) (voordeel) gagn (n) (n) (voordeel)
goed (n) (a) (weer) vacker (a) (weer)
goed (n) (a) (welwillend) vänlig (a) (welwillend)
goed (n) (a) (gezondheid) till godo (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (gezondheid) snäll (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (raad) bra (a) (raad)
goed (n) (a) (persoon) väluppfostrad (a) (persoon)
goed (n) (a) (weer) klar (a) (weer)
goed (n) (a) (bekwaamheid) fin (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (bekwaamheid) utmärkt (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (algemeen) till godo (a) (algemeen)
goed (n) (a) (kind) vacker (a) (kind)
goed (n) (a) (gezondheid) kry (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (weer) duktig (a) (weer)
goed (n) (a) (kind) snäll (a) (kind)
goed (n) (a) (kind) god (a) (kind)
goed (n) (a) (kind) lydig (a) (kind)
goed (n) (a) (gedrag) sällskaplig (a) (gedrag)
goed (n) (a) (algemeen) bra (a) (algemeen)
goed (n) (a) (algemeen) fin (a) (algemeen)
goed (n) (a) (persoon) utmärkt (a) (persoon)
goed (n) (a) (kind) väluppfostrad (a) (kind)
goed (n) (a) (weer) bra (a) (weer)
goed (n) (a) (bekwaamheid) duktig (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (algemeen) god (a) (algemeen)
goed (n) (a) (gedrag) godlynt (a) (gedrag)
goed (n) (a) (weer) god (a) (weer)
goed (n) (a) (persoon) vacker (a) (persoon)
goed (n) (a) (gedrag) godsint (a) (gedrag)
goed (n) (a) (gedrag) vänlig (a) (gedrag)
goed (n) (a) (weer) till godo (a) (weer)
goed (n) (a) (bekwaamheid) snäll (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (bekwaamheid) bra (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (algemeen) lydig (a) (algemeen)
goed (n) (a) (persoon) snäll (a) (persoon)
goed (n) (a) (moreel gedrag) rättsinnig (a) (moreel gedrag)
goed (n) (a) (kind) fin (a) (kind)
goed (n) (a) (raad) välgrundad (a) (raad)
goed (n) (a) (gedrag) god (a) (gedrag)
goed (n) (a) (gezondheid) vacker (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (gezondheid) sund (n) (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (gedrag) älskvärd (a) (gedrag)
goed (n) (a) (kind) till godo (a) (kind)
goed (n) (a) (wijs) klok (a) (wijs)
goed (n) (a) (welwillend) godhjärtad (a) (welwillend)
goed (n) (a) (raad) säker (a) (raad)
goed (n) (a) (welwillend) välvillig (a) (welwillend)
goed (n) (a) (weer) lydig (a) (weer)
goed (n) (a) (weer) utmärkt (a) (weer)
goed (n) (a) (bekwaamheid) väluppfostrad (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (persoon) bra (a) (persoon)
goed (n) (a) (gezondheid) stark (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (welwillend) godsint (a) (welwillend)
goed (n) (a) (welwillend) godlynt (a) (welwillend)
goed (n) (a) (persoon) god (a) (persoon)
goed (n) (a) (gezondheid) hälsosam (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (gezondheid) duktig (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (persoon) till godo (a) (persoon)
goed (n) (a) (algemeen) snäll (a) (algemeen)
goed (n) (a) (fysische conditie) bra (a) (fysische conditie)
goed (n) (a) (bekwaamheid) lydig (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (gedrag) snäll (a) (gedrag)
goed (n) (a) (gezondheid) frisk (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (gezondheid) bra (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (gezondheid) fin (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (kind) utmärkt (a) (kind)
goed (n) (a) (algemeen) väluppfostrad (a) (algemeen)
goed (n) (a) (gedrag) vänskaplig (a) (gedrag)
goed (n) (a) (algemeen) duktig (a) (algemeen)
goed (n) (a) (persoon) duktig (a) (persoon)
goed (n) (a) (gezondheid) välgörande (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (bekwaamheid) till godo (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (gedrag) vänligt (a) (gedrag)
goed (n) (a) (welwillend) godmodig (a) (welwillend)
goed (n) (a) (raad) klok (a) (raad)
goed (n) (a) (weer) fin (a) (weer)
goed (n) (a) (weer) snäll (a) (weer)
goed (n) (a) (wijs) bra (a) (wijs)
goed (n) (a) (weer) väluppfostrad (a) (weer)
goed (n) (a) (persoon) lydig (a) (persoon)
goed (n) (a) (wijs) välgrundad (a) (wijs)
goed (n) (a) (bekwaamheid) vacker (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (moreel gedrag) hederlig (a) (moreel gedrag)
goed (n) (a) (gedrag) kamratlig (a) (gedrag)
goed (n) (a) (algemeen) utmärkt (a) (algemeen)
goed (n) (a) (gedrag) godmodig (a) (gedrag)
goed (n) (a) (gezondheid) god (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (gezondheid) lydig (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (wijs) säker (a) (wijs)
goed (n) (a) (moreel gedrag) rättfärdig (a) (moreel gedrag)
goed (n) (a) (kind) bra (a) (kind)
goed (n) (a) (gedrag) godhjärtad (a) (gedrag)
goed (n) (a) (gezondheid) utmärkt (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (gezondheid) väluppfostrad (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (gedrag) välvillig (a) (gedrag)
goed (n) (a) (kind) duktig (a) (kind)
goed (n) (a) (bekwaamheid) god (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (persoon) fin (a) (persoon)
goed (n) (a) (algemeen) vacker (a) (algemeen)
goed (n) (o) (manier) mycket (o) (manier)
goed (n) (o) (manier) väl (o) (manier)
goed (n) (o) (algemeen) väl (o) (algemeen)
goed (n) (o) (algemeen) noga (o) (algemeen)
goed (n) (o) (graad) utmärkt (o) (graad)
goed (n) (o) (algemeen) till godo (o) (algemeen)
goed (n) (o) (algemeen) mycket (o) (algemeen)
goed (n) (o) (graad) till godo (o) (graad)
goed (n) (o) (manier) bra (o) (manier)
goed (n) (o) (interjectie) nåja (o) (interjectie)
goed (n) (o) (manier) noga (o) (manier)
goed (n) (o) (manier) utmärkt (o) (manier)
goed (n) (o) (interjectie) nåväl (o) (interjectie)
goed (n) (o) (graad) väl (o) (graad)
goed (n) (o) (graad) bra (o) (graad)
goed (n) (o) (algemeen) bra (o) (algemeen)
goed (n) (o) (graad) mycket (o) (graad)
goed (n) (o) (algemeen) utmärkt (o) (algemeen)
goed (n) (o) (manier) till godo (o) (manier)
goed (n) (o) (graad) noga (o) (graad)
Goed Voorbeelden45 voorbeelden gevonden
goed bedoeld välment
goed bekomen behaga
goed dan nåja
goed dan nåväl
goed dicht ordentligt stängd
goed gaan gå bra
goed gaan slå väl ut
goed gaan klaffa
goed gaan gå som det ska
goed gaan klara av att
goed gaan lyckas
goed gaan lyckas med att
goed gedrag gott uppförande
goed gedrag maner
goed gekleed välklädd
goed gekruid välkryddad
goed geluimd på gott humör
goed geluimd gladlynt
goed geluimd godlynt
goed gesloten ordentligt säkrad
goed gesloten ordentligt fastgjord
goed gesloten stadig
goed getimed läglig
goed getimed i rätt ögonblick
goed gevormd välskapad
goed gevormd välformad
goed sluiten säkra
goed sluiten göra fast
goed staan passa
goed staand passande
goed staand klädsam
goed vallen behaga
goed vinden gilla
goed zitten sitta bra
goed zitten passar
roerende goederen lösöre
goed verkopen vara mycket efterfrågad
goed verkopen vara mycket eftersökt
zo goed als nära
zo goed als verklig
zo goed als egentlig
zo goed als så gott som
zo goed als praktiskt taget
zo goed als så gott som
zo goed als nästan
Vertalen Goed in andere talen
Vertalen goed in Engels
Vertalen goed in Duits
Vertalen goed in Frans
Vertalen goed in Italiaans
Vertalen goed in Spaans
Vertalen goed in Portugees
Vertalen goed in Pools
Vertalen goed in Tsjechisch