Goed — Nederlandse Portugees vertaling131 vertaling

goed (n) (n) (algemeen) bem (m) (n) (algemeen)
goed (n) (n) (eigendom) posse (m) (n) (eigendom)
goed (n) (n) (voordeel) bem (m) (n) (voordeel)
goed (n) (n) (eigendom) posses (f) (n) (eigendom)
goed (n) (n) (eigendom) bem (m) (n) (eigendom)
goed (n) (n) (voordeel) bem-estar (m) (n) (voordeel)
goed (n) (n) (eigendom) propriedade (f) (n) (eigendom)
goed (n) (a) (bekwaamheid) sobrando (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (bekwaamheid) bem-comportado (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (raad) sensato (a) (raad)
goed (n) (a) (weer) sobrando (a) (weer)
goed (n) (a) (kind) de reserva (a) (kind)
goed (n) (a) (persoon) de reserva (a) (persoon)
goed (n) (a) (algemeen) bom (a) (algemeen)
goed (n) (a) (kind) bem (m) (a) (kind)
goed (n) (a) (welwillend) generoso (a) (welwillend)
goed (n) (a) (welwillend) bondoso (a) (welwillend)
goed (n) (a) (persoon) bem-comportado (a) (persoon)
goed (n) (a) (fysische conditie) bem (m) (a) (fysische conditie)
goed (n) (a) (raad) ajuizado (a) (raad)
goed (n) (a) (weer) claro (a) (weer)
goed (n) (a) (weer) obediente (a) (weer)
goed (n) (a) (gezondheid) agradável (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (gezondheid) sadio (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (wijs) seguro (m) (a) (wijs)
goed (n) (a) (persoon) bom (a) (persoon)
goed (n) (a) (kind) bem-comportado (a) (kind)
goed (n) (a) (algemeen) de reserva (a) (algemeen)
goed (n) (a) (weer) bem (m) (a) (weer)
goed (n) (a) (weer) belo (a) (weer)
goed (n) (a) (algemeen) bonito (a) (algemeen)
goed (n) (a) (moreel gedrag) certo (a) (moreel gedrag)
goed (n) (a) (welwillend) de bom gênio (a) (welwillend)
goed (n) (a) (bekwaamheid) belo (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (gezondheid) guardado (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (gedrag) bom (a) (gedrag)
goed (n) (a) (persoon) agradável (a) (persoon)
goed (n) (a) (gezondheid) obediente (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (algemeen) agradável (a) (algemeen)
goed (n) (a) (bekwaamheid) de reserva (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (welwillend) bem-humorado (a) (welwillend)
goed (n) (a) (bekwaamheid) bom (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (gedrag) caridoso (a) (gedrag)
goed (n) (a) (gedrag) bondoso (a) (gedrag)
goed (n) (a) (weer) bonito (a) (weer)
goed (n) (a) (kind) obediente (a) (kind)
goed (n) (a) (persoon) obediente (a) (persoon)
goed (n) (a) (kind) agradável (a) (kind)
goed (n) (a) (gedrag) benevolente (a) (gedrag)
goed (n) (a) (raad) sólido (a) (raad)
goed (n) (a) (welwillend) de bom coração (a) (welwillend)
goed (n) (a) (algemeen) guardado (a) (algemeen)
goed (n) (a) (gezondheid) bonito (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (weer) bom (a) (weer)
goed (n) (a) (gedrag) generoso (a) (gedrag)
goed (n) (a) (weer) de reserva (a) (weer)
goed (n) (a) (wijs) sólido (a) (wijs)
goed (n) (a) (bekwaamheid) bem (m) (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (wijs) sensato (a) (wijs)
goed (n) (a) (weer) bem-comportado (a) (weer)
goed (n) (a) (kind) guardado (a) (kind)
goed (n) (a) (gedrag) amistoso (a) (gedrag)
goed (n) (a) (gedrag) afável (a) (gedrag)
goed (n) (a) (kind) belo (a) (kind)
goed (n) (a) (welwillend) bom (a) (welwillend)
goed (n) (a) (gezondheid) saudável (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (bekwaamheid) bonito (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (kind) bom (a) (kind)
goed (n) (a) (welwillend) caridoso (a) (welwillend)
goed (n) (a) (moreel gedrag) correto (a) (moreel gedrag)
goed (n) (a) (gedrag) de bom gênio (a) (gedrag)
goed (n) (a) (algemeen) obediente (a) (algemeen)
goed (n) (a) (persoon) guardado (a) (persoon)
goed (n) (a) (wijs) ajuizado (a) (wijs)
goed (n) (a) (persoon) belo (a) (persoon)
goed (n) (a) (gezondheid) salutar (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (gezondheid) sobrando (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (algemeen) bem-comportado (a) (algemeen)
goed (n) (a) (bekwaamheid) guardado (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (gedrag) amável (a) (gedrag)
goed (n) (a) (persoon) bonito (a) (persoon)
goed (n) (a) (persoon) sobrando (a) (persoon)
goed (n) (a) (raad) seguro (m) (a) (raad)
goed (n) (a) (gezondheid) de reserva (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (algemeen) sobrando (a) (algemeen)
goed (n) (a) (algemeen) bem (m) (a) (algemeen)
goed (n) (a) (gezondheid) robusto (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (moreel gedrag) direito (m) (a) (moreel gedrag)
goed (n) (a) (gedrag) gentil (a) (gedrag)
goed (n) (a) (gezondheid) bem-comportado (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (weer) guardado (a) (weer)
goed (n) (a) (kind) sobrando (a) (kind)
goed (n) (a) (gezondheid) belo (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (bekwaamheid) agradável (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (moreel gedrag) justo (a) (moreel gedrag)
goed (n) (a) (gedrag) de bom coração (a) (gedrag)
goed (n) (a) (gedrag) amigavelmente (a) (gedrag)
goed (n) (a) (kind) bonito (a) (kind)
goed (n) (a) (gezondheid) bom (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (gedrag) amistosamente (a) (gedrag)
goed (n) (a) (persoon) bem (m) (a) (persoon)
goed (n) (a) (algemeen) belo (a) (algemeen)
goed (n) (a) (weer) agradável (a) (weer)
goed (n) (a) (gedrag) amigo (m) (a) (gedrag)
goed (n) (a) (gedrag) bem-humorado (a) (gedrag)
goed (n) (a) (bekwaamheid) obediente (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (gezondheid) bem (m) (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (welwillend) benevolente (a) (welwillend)
goed (n) (o) (graad) guardado (o) (graad)
goed (n) (o) (graad) muito (o) (graad)
goed (n) (o) (interjectie) bem (m) (o) (interjectie)
goed (n) (o) (interjectie) enfim (o) (interjectie)
goed (n) (o) (manier) sobrando (o) (manier)
goed (n) (o) (graad) de reserva (o) (graad)
goed (n) (o) (graad) cuidadosamente (o) (graad)
goed (n) (o) (algemeen) bem (m) (o) (algemeen)
goed (n) (o) (algemeen) bom (o) (algemeen)
goed (n) (o) (algemeen) sobrando (o) (algemeen)
goed (n) (o) (manier) muito (o) (manier)
goed (n) (o) (algemeen) de reserva (o) (algemeen)
goed (n) (o) (manier) cuidadosamente (o) (manier)
goed (n) (o) (algemeen) guardado (o) (algemeen)
goed (n) (o) (graad) bom (o) (graad)
goed (n) (o) (algemeen) muito (o) (algemeen)
goed (n) (o) (algemeen) cuidadosamente (o) (algemeen)
goed (n) (o) (graad) bem (m) (o) (graad)
goed (n) (o) (manier) de reserva (o) (manier)
goed (n) (o) (manier) guardado (o) (manier)
goed (n) (o) (manier) bom (o) (manier)
goed (n) (o) (graad) sobrando (o) (graad)
goed (n) (o) (manier) bem (m) (o) (manier)
Goed Voorbeelden55 voorbeelden gevonden
goed bedoeld bem intencionado
goed bekomen cair bem
goed dan bem
goed dan enfim
goed dicht bem trancado
goed gaan ter sucesso
goed gaan dar certo
goed gaan correr bem
goed gaan obter sucesso
goed gaan sair-se bem em
goed gaan funcionar
goed gaan ter êxito
goed gaan sair bem
goed gedrag boas maneiras
goed gedrag decência
goed gedrag decoro
goed gekleed bem vestido
goed gekruid bem temperado
goed geluimd bem humorado
goed geluimd contente
goed geluimd alegre
goed gesloten bem fechado
goed getimed oportuno
goed gevormd escultural
goed mens pessoa gentil
goed mens pessoa de bem
goed mens bom coração
goed sluiten fechar bem
goed staan vestir bem
goed staan cair bem
goed staand favorecedor
goed staand chique
goed staand elegante
goed vallen cair bem
goed vinden ser fã de
goed vinden gostar
goed zitten servir
goed zitten caber
goedgevormdheid beleza
goedgevormdheid perfeição de formas
makelaar in onroerend goed agente imobiliário
makelaar in onroerend goed corretor imobiliário
makelaarster in onroerend goed agente imobiliária
makelaarster in onroerend goed corretora imobiliária
goed verkopen sair bem
goed verkopen vender bem
goed verkopen estar em alta demanda
vaste vergoedingen renda suplementar
vaste vergoedingen gratificação
vaste vergoedingen renda extra
vastgoed patrimônio imóvel
zo goed als quase
zo goed als virtual
zo goed als por pouco
zo goed als praticamente
Vertalen Goed in andere talen
Vertalen goed in Engels
Vertalen goed in Duits
Vertalen goed in Frans
Vertalen goed in Italiaans
Vertalen goed in Spaans
Vertalen goed in Sloveens
Vertalen goed in Pools
Vertalen goed in Tsjechisch