Goed — Nederlandse Duits vertaling35 vertalingen gevonden

goed (n) (n) (algemeen) Gute (n) (n) (algemeen)
goed (n) (n) (eigendom) Besitz (m) (n) (eigendom)
goed (n) (n) (voordeel) wohl (n) (n) (voordeel)
goed (n) (n) (eigendom) Besitzstück (n) (n) (eigendom)
goed (n) (a) (gedrag) gutartig (a) (gedrag)
goed (n) (a) (gezondheid) wohl (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (wijs) klug (a) (wijs)
goed (n) (a) (gedrag) freundlich (a) (gedrag)
goed (n) (a) (weer) gut (a) (weer)
goed (n) (a) (kind) gehorsam (a) (kind)
goed (n) (a) (moreel gedrag) rechtschaffen (a) (moreel gedrag)
goed (n) (a) (algemeen) gut (a) (algemeen)
goed (n) (a) (gedrag) gutmütig (a) (gedrag)
goed (n) (a) (weer) schön (a) (weer)
goed (n) (a) (raad) weise (a) (raad)
goed (n) (a) (welwillend) gutmütig (a) (welwillend)
goed (n) (a) (persoon) gut (a) (persoon)
goed (n) (a) (kind) gut (a) (kind)
goed (n) (a) (moreel gedrag) gerecht (a) (moreel gedrag)
goed (n) (a) (raad) vernünftig (a) (raad)
goed (n) (a) (persoon) wohlerzogen (a) (persoon)
goed (n) (a) (gezondheid) gut (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (fysische conditie) sehr gut (a) (fysische conditie)
goed (n) (a) (welwillend) wohl wollend (a) (welwillend)
goed (n) (a) (kind) gefügsam (a) (kind)
goed (n) (a) (bekwaamheid) gut (a) (bekwaamheid)
goed (n) (a) (wijs) weise (a) (wijs)
goed (n) (a) (gedrag) gütig (a) (gedrag)
goed (n) (a) gut (a)
goed (n) (a) (gezondheid) gesund (a) (gezondheid)
goed (n) (a) (kind) brav (a) (kind)
goed (n) (o) (graad) gut (o) (graad)
goed (n) (o) (algemeen) gut (o) (algemeen)
goed (n) (o) (interjectie) na ja (o) (interjectie)
goed (n) (o) (manier) gut (o) (manier)
Goed Voorbeelden28 voorbeelden gevonden
goed bedoeld gut gemeint
goed bekomen gut bekommen
goed dicht fest verschlossen
goed gaan wie am Schnürchen laufen
goed gaan günstig verlaufen
goed gaan klappen
goed gaan gut gehen
goed gaan gut ausgehen
goed gaan gelingen
goed gaan glücken
goed gaan Erfolg haben
goed gedrag gutes Benehmen
goed gedrag Anstand
goed gekleed gut gekleidet
goed gekruid herzhaft
goed gekruid gut gewürzt
goed gesloten gesichert sein
goed gesloten fest zu sein
goed getimed im richtigen Augenblick
goed getimed zeitlich genau
goed gevormd gut proportioniert
goed gevormd formschön
goed sluiten sichern
goed sluiten fest zu machen
makelaar in onroerend goed Immobilienmakler
makelaar in onroerend goed Grundstücksmakler
makelaarster in onroerend goed Immobilienmaklerin
makelaarster in onroerend goed Grundstücksmaklerin
Vertalen Goed in andere talen
Vertalen goed in Engels
Vertalen goed in Frans
Vertalen goed in Italiaans
Vertalen goed in Spaans
Vertalen goed in Portugees
Vertalen goed in Sloveens
Vertalen goed in Pools
Vertalen goed in Tsjechisch