Samenleven — Nederlandse Portugees vertaling17 vertalingen gevonden

samenleven (n) (n) (algemeen) co-habitação (f) (n) (algemeen)
samenleven (n) (v) (mensen) coabitar (v) (mensen)
samenleven (n) (v) (samenwonen) viver juntos (v) (samenwonen)
samenleven (n) (v) (relatie) viver juntos (v) (relatie)
samenleven (n) (v) (relatie) morar junto (v) (relatie)
samenleven (n) (v) (ongehuwd paar) morar juntos (v) (ongehuwd paar)
samenleven (n) (v) (samenwonen) coabitar (v) (samenwonen)
samenleven (n) (v) (ongehuwd paar) coabitar (v) (ongehuwd paar)
samenleven (n) (v) (mensen) viver juntos (v) (mensen)
samenleven (n) (v) (ongehuwd paar) morar junto (v) (ongehuwd paar)
samenleven (n) (v) (relatie) morar juntos (v) (relatie)
samenleven (n) (v) (mensen) morar junto (v) (mensen)
samenleven (n) (v) (ongehuwd paar) viver juntos (v) (ongehuwd paar)
samenleven (n) (v) (relatie) coabitar (v) (relatie)
samenleven (n) (v) (mensen) morar juntos (v) (mensen)
samenleven (n) (v) (samenwonen) morar junto (v) (samenwonen)
samenleven (n) (v) (samenwonen) morar juntos (v) (samenwonen)
Vertalen Samenleven in andere talen
Vertalen samenleven in Engels
Vertalen samenleven in Duits
Vertalen samenleven in Frans
Vertalen samenleven in Italiaans
Vertalen samenleven in Spaans
Vertalen samenleven in Sloveens
Vertalen samenleven in Pools
Vertalen samenleven in Tsjechisch