Samenleven — Nederlandse Italiaans vertaling14 vertalingen gevonden

samenleven (n) (n) (algemeen) convivenza (f) (n) (algemeen)
samenleven (n) (n) (algemeen) coabitazione (f) (n) (algemeen)
samenleven (n) (v) (samenwonen) convivere (v) (samenwonen)
samenleven (n) (v) (ongehuwd paar) convivere (v) (ongehuwd paar)
samenleven (n) (v) (relatie) vivere insieme (v) (relatie)
samenleven (n) (v) (samenwonen) coabitare (v) (samenwonen)
samenleven (n) (v) (relatie) convivere (v) (relatie)
samenleven (n) (v) (ongehuwd paar) coabitare (v) (ongehuwd paar)
samenleven (n) (v) (ongehuwd paar) vivere insieme (v) (ongehuwd paar)
samenleven (n) (v) (relatie) coabitare (v) (relatie)
samenleven (n) (v) (mensen) vivere insieme (v) (mensen)
samenleven (n) (v) (mensen) convivere (v) (mensen)
samenleven (n) (v) (mensen) coabitare (v) (mensen)
samenleven (n) (v) (samenwonen) vivere insieme (v) (samenwonen)
Vertalen Samenleven in andere talen
Vertalen samenleven in Engels
Vertalen samenleven in Duits
Vertalen samenleven in Frans
Vertalen samenleven in Spaans
Vertalen samenleven in Portugees
Vertalen samenleven in Sloveens
Vertalen samenleven in Pools
Vertalen samenleven in Tsjechisch