Gebruiken — Nederlandse Portugees vertaling57 vertalingen gevonden

gebruiken (v) (aanwenden) fazer uso de (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (toepassen) utilizar (v) (toepassen)
gebruiken (v) (invloed) aplicar (v) (invloed)
gebruiken (v) (invloed) gastar (v) (invloed)
gebruiken (v) (benzine) gastar (v) (benzine)
gebruiken (v) (aanwenden) exercitar (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (uitoefenen) colocar em uso (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (materiaal) consumir (v) (materiaal)
gebruiken (v) (aanwenden) consumir (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (persoon) explorar (v) (persoon)
gebruiken (v) (materiaal) utilizar (v) (materiaal)
gebruiken (v) (materiaal) gastar (v) (materiaal)
gebruiken (v) (toepassen) gastar (v) (toepassen)
gebruiken (v) (materiaal) exercer (v) (materiaal)
gebruiken (v) (invloed) exercitar (v) (invloed)
gebruiken (v) (uitoefenen) exercer (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (invloed) fazer uso de (v) (invloed)
gebruiken (v) (aanwenden) utilizar (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (aanwenden) empregar (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (aanwenden) aplicar (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (uitoefenen) empregar (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (materiaal) exercitar (v) (materiaal)
gebruiken (v) (toepassen) colocar em uso (v) (toepassen)
gebruiken (v) (materiaal) aplicar (v) (materiaal)
gebruiken (v) (toepassen) usar (v) (toepassen)
gebruiken (v) (uitoefenen) fazer uso de (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (persoon) usar (v) (persoon)
gebruiken (v) (toepassen) aplicar (v) (toepassen)
gebruiken (v) (persoon) tirar vantagem de (v) (persoon)
gebruiken (v) (toepassen) exercer (v) (toepassen)
gebruiken (v) (invloed) consumir (v) (invloed)
gebruiken (v) (aanwenden) usar (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (uitoefenen) exercitar (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (materiaal) colocar em uso (v) (materiaal)
gebruiken (v) (uitoefenen) utilizar (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (materiaal) usar (v) (materiaal)
gebruiken (v) (materiaal) empregar (v) (materiaal)
gebruiken (v) (toepassen) exercitar (v) (toepassen)
gebruiken (v) (invloed) colocar em uso (v) (invloed)
gebruiken (v) (benzine) consumir (v) (benzine)
gebruiken (v) (toepassen) consumir (v) (toepassen)
gebruiken (v) (materiaal) fazer uso de (v) (materiaal)
gebruiken (v) (invloed) utilizar (v) (invloed)
gebruiken (v) (uitoefenen) aplicar (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (uitoefenen) gastar (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (invloed) empregar (v) (invloed)
gebruiken (v) (invloed) usar (v) (invloed)
gebruiken (v) (invloed) exercer (v) (invloed)
gebruiken (v) (persoon) aproveitar-se de (v) (persoon)
gebruiken (v) (aanwenden) colocar em uso (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (toepassen) fazer uso de (v) (toepassen)
gebruiken (v) (uitoefenen) consumir (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (toepassen) empregar (v) (toepassen)
gebruiken (v) (aanwenden) gastar (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (aanwenden) exercer (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (persoon) abusar (v) (persoon)
gebruiken (v) (uitoefenen) usar (v) (uitoefenen)
Gebruiken Voorbeelden15 voorbeelden gevonden
de avondmaaltijd gebruiken cear
de avondmaaltijd gebruiken jantar
het middagmaal gebruiken almoçar
het middagmaal gebruiken jantar
iets tegen iemand gebruiken usar algo contra alguém
niet meer gebruiken falta de uso
niet meer gebruiken desuso
opnieuw gebruiken martelar
opnieuw gebruiken repetir
opnieuw gebruiken reciclar
te veel gebruiken usar demais
te veel gebruiken abusar de
verkeerd gebruiken fazer mal uso de
verkeerd gebruiken aplicar mal
verkeerd gebruiken abusar
Vertalen Gebruiken in andere talen
Vertalen gebruiken in Engels
Vertalen gebruiken in Duits
Vertalen gebruiken in Frans
Vertalen gebruiken in Italiaans
Vertalen gebruiken in Spaans
Vertalen gebruiken in Sloveens
Vertalen gebruiken in Pools
Vertalen gebruiken in Tsjechisch