Gebruiken — Nederlandse Frans vertaling60 vertalingen gevonden

gebruiken (v) (aanwenden) brûler (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (invloed) user de (v) (invloed)
gebruiken (v) (materiaal) faire usage de (v) (materiaal)
gebruiken (v) (materiaal) user (v) (materiaal)
gebruiken (v) (uitoefenen) utiliser (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (toepassen) exercer (v) (toepassen)
gebruiken (v) (aanwenden) appliquer (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (uitoefenen) employer (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (toepassen) consommer (v) (toepassen)
gebruiken (v) (toepassen) faire usage de (v) (toepassen)
gebruiken (v) (benzine) brûler (v) (benzine)
gebruiken (v) (aanwenden) user (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (invloed) brûler (v) (invloed)
gebruiken (v) (invloed) user (v) (invloed)
gebruiken (v) (aanwenden) utiliser (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (invloed) appliquer (v) (invloed)
gebruiken (v) (benzine) consommer (v) (benzine)
gebruiken (v) (uitoefenen) brûler (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (uitoefenen) user de (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (invloed) se servir de (v) (invloed)
gebruiken (v) (invloed) faire usage de (v) (invloed)
gebruiken (v) (aanwenden) pratiquer (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (uitoefenen) exercer (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (materiaal) appliquer (v) (materiaal)
gebruiken (v) (invloed) employer (v) (invloed)
gebruiken (v) (uitoefenen) consommer (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (aanwenden) faire usage de (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (uitoefenen) pratiquer (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (aanwenden) user de (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (toepassen) se servir de (v) (toepassen)
gebruiken (v) (uitoefenen) user (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (toepassen) utiliser (v) (toepassen)
gebruiken (v) (persoon) exploiter (v) (persoon)
gebruiken (v) (aanwenden) employer (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (toepassen) brûler (v) (toepassen)
gebruiken (v) (materiaal) employer (v) (materiaal)
gebruiken (v) (materiaal) se servir de (v) (materiaal)
gebruiken (v) (materiaal) exercer (v) (materiaal)
gebruiken (v) (toepassen) pratiquer (v) (toepassen)
gebruiken (v) (materiaal) user de (v) (materiaal)
gebruiken (v) (materiaal) utiliser (v) (materiaal)
gebruiken (v) (toepassen) appliquer (v) (toepassen)
gebruiken (v) (materiaal) consommer (v) (materiaal)
gebruiken (v) (invloed) pratiquer (v) (invloed)
gebruiken (v) (toepassen) user de (v) (toepassen)
gebruiken (v) (uitoefenen) se servir de (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (uitoefenen) faire usage de (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (invloed) utiliser (v) (invloed)
gebruiken (v) (aanwenden) exercer (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (materiaal) pratiquer (v) (materiaal)
gebruiken (v) (toepassen) employer (v) (toepassen)
gebruiken (v) (invloed) consommer (v) (invloed)
gebruiken (v) (persoon) profiter de (v) (persoon)
gebruiken (v) (materiaal) brûler (v) (materiaal)
gebruiken (v) (toepassen) user (v) (toepassen)
gebruiken (v) (aanwenden) se servir de (v) (aanwenden)
gebruiken (v) (invloed) exercer (v) (invloed)
gebruiken (v) (benzine) utiliser (v) (benzine)
gebruiken (v) (uitoefenen) appliquer (v) (uitoefenen)
gebruiken (v) (aanwenden) consommer (v) (aanwenden)
Gebruiken Voorbeelden14 voorbeelden gevonden
de avondmaaltijd gebruiken souper
de avondmaaltijd gebruiken dîner
het middagmaal gebruiken déjeuner
het middagmaal gebruiken prendre le lunch
iets tegen iemand gebruiken utiliser quelque chose contre quelqu'un
niet meer gebruiken désuétude
niet meer gebruiken abandon
opnieuw gebruiken ressasser
opnieuw gebruiken récupérer
opnieuw gebruiken recycler
te veel gebruiken prendre à l'excès
te veel gebruiken utiliser trop de
verkeerd gebruiken mal employer
verkeerd gebruiken abuser
Vertalen Gebruiken in andere talen
Vertalen gebruiken in Engels
Vertalen gebruiken in Duits
Vertalen gebruiken in Italiaans
Vertalen gebruiken in Spaans
Vertalen gebruiken in Portugees
Vertalen gebruiken in Sloveens
Vertalen gebruiken in Pools
Vertalen gebruiken in Tsjechisch