Een — Nederlandse Portugees vertaling27 vertalingen gevonden

een (m) (n) (hoofdtelwoord) uma (f) (n) (hoofdtelwoord)
een (m) (n) (hoofdtelwoord) um (m) (n) (hoofdtelwoord)
een (m) (a) (algemeen) um tal de (a) (algemeen)
een (m) (a) (onbepaald bijvoeglijk naamwoord) uma tal de (a) (onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
een (m) (a) (hoofdtelwoord) um (m) (a) (hoofdtelwoord)
een (m) (a) (algemeen) uma (f) (a) (algemeen)
een (m) (a) (hoofdtelwoord) uma certa (a) (hoofdtelwoord)
een (m) (a) (hoofdtelwoord) um certo (a) (hoofdtelwoord)
een (m) (a) (hoofdtelwoord) alguma (a) (hoofdtelwoord)
een (m) (a) (hoofdtelwoord) uma tal de (a) (hoofdtelwoord)
een (m) (a) (onbepaald bijvoeglijk naamwoord) uma (f) (a) (onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
een (m) (a) (algemeen) uma tal de (a) (algemeen)
een (m) (a) (onbepaald bijvoeglijk naamwoord) alguma (a) (onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
een (m) (a) (onbepaald bijvoeglijk naamwoord) um certo (a) (onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
een (m) (a) (onbepaald bijvoeglijk naamwoord) um tal de (a) (onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
een (m) (a) (onbepaald bijvoeglijk naamwoord) uma certa (a) (onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
een (m) (a) (algemeen) uma certa (a) (algemeen)
een (m) (a) (algemeen) um certo (a) (algemeen)
een (m) (a) (hoofdtelwoord) uma (f) (a) (hoofdtelwoord)
een (m) (a) (algemeen) alguma (a) (algemeen)
een (m) (a) (onbepaald bijvoeglijk naamwoord) um (m) (a) (onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
een (m) (a) (hoofdtelwoord) um tal de (a) (hoofdtelwoord)
een (m) (a) (algemeen) um (m) (a) (algemeen)
een (m) (o) (onbepaald lidwoord) uma (f) (o) (onbepaald lidwoord)
een (m) (o) (onbepaald lidwoord) um (m) (o) (onbepaald lidwoord)
een (m) (o) (hoofdtelwoord) uma (f) (o) (hoofdtelwoord)
een (m) (o) (hoofdtelwoord) um (m) (o) (hoofdtelwoord)
Een Voorbeelden127 voorbeelden gevonden
niet bestaan inexistência
niet bindend nulo
niet deugen não ser bom
niet deugen não prestar
niet deugen não prestar
niet deugen não prestar
niet deugen não ser bom
niet deugen não ser bom
niet deugen não ser qualificado
niet deugen não ser apto
niet deugen não ser apto
niet deugen não ser qualificado
niet doen não fazer
niet genegen indisposto
niet genegen relutante
niet genegen pouco disposto
niet genegen pouco inclinado
niet gezond fraco
niet gezond enfermo
niet gezond abatido
niet gezond sem sa de
niet gezond doente
niet gunnen invejar
niet gunnen ter inveja de
niet halen ser reprovado
niet hebben sentir falta de
niet hebben estar sem
niet hebben não ter
niet hebben carecer de
niet hebben notar a falta de
niet kloppen contradizer
niet kloppen divergir
niet kloppen discordar
niet nakomen não cumprir
niet nakomen faltar com
niet nakomen ser inadimplente
niet opgeven agüentar firme
niet opgeven resistir
niet passend contrastante
niet passend conflitante
niet streng condescendente
niet streng tolerante
niet streng paciente
niet streng complacente
niet streng flexível
nieten grampear
nietig maken anular
nietig maken neutralizar
nietmachine grampeador
nietsdoen inatividade
nietsdoen ociosidade
nietsdoen ócio
nietsnut in til
nietsnut in til
nietsnut pessoa imprestável
nietsnut pessoa imprestável
nietsnut sujeito imprestável
nietsnut sujeito imprestável
niettemin apesar disso
niettemin apesar disso
niettemin apesar disso
niettemin todavia
niettemin ainda assim
niettemin ainda assim
niettemin entretanto
niettemin entretanto
niettemin no entanto
niettemin no entanto
niettemin não obstante
niettemin todavia
niettemin contudo
niettemin em todo caso
niettemin em todo caso
niettemin de qualquer modo
niettemin contudo
niettemin contudo
niettemin todavia
niettemin não obstante
niettemin não obstante
niettemin de qualquer modo
A.N.W.B. Automóvel Clube do Brasil
A.N.W.B. Automóvel Club do Brasil
B.N.P. Produto Interno Bruto
B.N.P. PIB
neuriën cantarejo
neuriën cantarola
neuriën cantarolar
oliën untar
oliën lubrificação
oliën lubrificar
pinguïn pingüim
protozoön protozoário
roekoeën arrulho
roekoeën arrulhar
ruziën discutir
ruziën discussão
ruziën briga
ruziën bate-boca
ruziën brigar
skiën esqui
zo'n tais
zo'n tais
zo'n tal
zo'n tal
één keer uma vez
één keer uma vez
nog eens mais uma vez
nog eens outra vez
nog eens outra vez
nog eens mais uma vez
nog eens novamente
nog eens de novo
nog eens novamente
nog eens de novo
nog eens langs komen revisitar
nog eens verifiëren reexaminar
nog eens verifiëren reverificar
nog eens verifiëren checar novamente
niet betreden entrada proibida
niet betreden manter-se à distância
niet betreden manter-se afastado
niet bevallen descontentar
niet bevallen desagradar
niet toegeven não dar o braço a torcer
niet toegeven manter-se firme
niet verkopen não ter saída
niet verkopen não vender
Vertalen Een in andere talen
Vertalen een in Engels
Vertalen een in Duits
Vertalen een in Frans
Vertalen een in Italiaans
Vertalen een in Spaans
Vertalen een in Sloveens
Vertalen een in Pools
Vertalen een in Tsjechisch