een
(m)
(n)
(hoofdtelwoord)
|
uno
(m)
(n)
(hoofdtelwoord)
|
|
een
(m)
(a)
(hoofdtelwoord)
|
una cierta
(a)
(hoofdtelwoord)
|
|
een
(m)
(a)
(hoofdtelwoord)
|
un
(a)
(hoofdtelwoord)
|
|
een
(m)
(a)
(algemeen)
|
alguna
(a)
(algemeen)
|
|
een
(m)
(a)
(onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
|
una cierta
(a)
(onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
|
|
een
(m)
(a)
(algemeen)
|
un cierto
(a)
(algemeen)
|
|
een
(m)
(a)
(onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
|
alg n
(a)
(onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
|
|
een
(m)
(a)
(hoofdtelwoord)
|
una
(a)
(hoofdtelwoord)
|
|
een
(m)
(a)
(onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
|
un
(a)
(onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
|
|
een
(m)
(a)
(algemeen)
|
alg n
(a)
(algemeen)
|
|
een
(m)
(a)
(algemeen)
|
una cierta
(a)
(algemeen)
|
|
een
(m)
(a)
(onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
|
un cierto
(a)
(onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
|
|
een
(m)
(a)
(hoofdtelwoord)
|
alg n
(a)
(hoofdtelwoord)
|
|
een
(m)
(a)
(algemeen)
|
un
(a)
(algemeen)
|
|
een
(m)
(a)
(hoofdtelwoord)
|
alguna
(a)
(hoofdtelwoord)
|
|
een
(m)
(a)
(algemeen)
|
una
(a)
(algemeen)
|
|
een
(m)
(a)
(hoofdtelwoord)
|
un cierto
(a)
(hoofdtelwoord)
|
|
een
(m)
(a)
(onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
|
alguna
(a)
(onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
|
|
een
(m)
(a)
(onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
|
una
(a)
(onbepaald bijvoeglijk naamwoord)
|
|
een
(m)
(o)
(onbepaald lidwoord)
|
uno
(m)
(o)
(onbepaald lidwoord)
|
|
een
(m)
(o)
(hoofdtelwoord)
|
una
(o)
(hoofdtelwoord)
|
|
een
(m)
(o)
(hoofdtelwoord)
|
uno
(m)
(o)
(hoofdtelwoord)
|
|
een
(m)
(o)
(onbepaald lidwoord)
|
un
(o)
(onbepaald lidwoord)
|
|
een
(m)
(o)
(onbepaald lidwoord)
|
una
(o)
(onbepaald lidwoord)
|
|
een
(m)
(o)
(hoofdtelwoord)
|
un
(o)
(hoofdtelwoord)
|
Een Voorbeelden120 voorbeelden gevonden
Vertalen Een in andere talen
