Spreken — Nederlandse Italiaans vertaling23 vertalingen gevonden

spreken (n) (n) (Aktie) parola (f) (n) (Aktie)
spreken (n) (v) (woorden) discorrere (v) (woorden)
spreken (n) (v) (woorden) articolare (v) (woorden)
spreken (n) (v) (een gesprek voeren) tenere un discorso (v) (een gesprek voeren)
spreken (n) (v) (taal) conversare (v) (taal)
spreken (n) (v) (toespraak) parlare in modo retorico (v) (toespraak)
spreken (n) (v) (toespraak) tenere un discorso (v) (toespraak)
spreken (n) (v) (toespraak) discorrere (v) (toespraak)
spreken (n) (v) (woorden) conversare (v) (woorden)
spreken (n) (v) (woorden) pronunziare (v) (woorden)
spreken (n) (v) (woorden) parlare (m) (v) (woorden)
spreken (n) (v) (toespraak) declamare (v) (toespraak)
spreken (n) (v) (woorden) tenere un discorso (v) (woorden)
spreken (n) (v) (een gesprek voeren) discorrere (v) (een gesprek voeren)
spreken (n) (v) (toespraak) conversare (v) (toespraak)
spreken (n) (v) (woorden) pronunciare bene (v) (woorden)
spreken (n) (v) (een gesprek voeren) parlare (m) (v) (een gesprek voeren)
spreken (n) (v) (taal) discorrere (v) (taal)
spreken (n) (v) (woorden) pronunciare (v) (woorden)
spreken (n) (v) (taal) tenere un discorso (v) (taal)
spreken (n) (v) (een gesprek voeren) conversare (v) (een gesprek voeren)
spreken (n) (v) (taal) parlare (m) (v) (taal)
spreken (n) (v) (toespraak) parlare (m) (v) (toespraak)
Spreken Voorbeelden42 voorbeelden gevonden
beginnen te spreken saltar su a dire
beginnen te spreken saltar fuori a dire
boekdelen spreken parlare da sé
boekdelen spreken essere eloquente
harder spreken parlare forte
harder spreken parlare ad alta voce
koeterwaals spreken borbottare
monotoon spreken parlare in tono monotono
monotoon spreken cantilenare
onvoorbereid spreken improvvisazione
onvoorbereid spreken improvvisare
recht spreken over processare
recht spreken over giudicare
retorisch spreken tenere
retorisch spreken tenere un discorso
retorisch spreken pronunciare
retorisch spreken parlare in modo retorico
retorisch spreken fare
retorisch spreken parlare
retorisch spreken declamare
spreken met parlare con
spreken met parlare a
spreken over parlare di
spreken over parlare di
spreken uit naam van parlare a nome di
spreken van parlare di
spreken voor parlare a nome di
ten gunste spreken intercedere
tot zichzelf spreken monologare
tot zichzelf spreken fare un soliloquio
uitvoerig spreken dilungarsi
uitvoerig spreken diffondersi
uitvoerig spreken over dissertare su
uitvoerig spreken over discorrere su
voor zich spreken parlare da sé
voor zich spreken essere eloquente
vrijuit spreken parlare chiaro e tondo
voor zichzelf spreken essere una cosa naturale
voor zichzelf spreken essere ovvio
voor zichzelf spreken essere evidente
voor zichzelf spreken andare da sé
voor zichzelf sprekend che parla da sé
Vertalen Spreken in andere talen
Vertalen spreken in Engels
Vertalen spreken in Duits
Vertalen spreken in Frans
Vertalen spreken in Spaans
Vertalen spreken in Portugees
Vertalen spreken in Sloveens
Vertalen spreken in Pools
Vertalen spreken in Tsjechisch