Spreken — Nederlandse Frans vertaling33 vertalingen gevonden

spreken (n) (n) (Aktie) parole (f) (n) (Aktie)
spreken (n) (v) (woorden) parler avec (v) (woorden)
spreken (n) (v) (toespraak) réciter (v) (toespraak)
spreken (n) (v) (een gesprek voeren) s'entretenir avec (v) (een gesprek voeren)
spreken (n) (v) (een gesprek voeren) prononcer une allocution (v) (een gesprek voeren)
spreken (n) (v) (een gesprek voeren) parler de (v) (een gesprek voeren)
spreken (n) (v) (woorden) s'entretenir avec (v) (woorden)
spreken (n) (v) (toespraak) dialoguer (v) (toespraak)
spreken (n) (v) (taal) converser (v) (taal)
spreken (n) (v) (woorden) prononcer une allocution (v) (woorden)
spreken (n) (v) (een gesprek voeren) parler avec (v) (een gesprek voeren)
spreken (n) (v) (taal) parler avec (v) (taal)
spreken (n) (v) (een gesprek voeren) parler (m) (v) (een gesprek voeren)
spreken (n) (v) (taal) prononcer une allocution (v) (taal)
spreken (n) (v) (woorden) converser (v) (woorden)
spreken (n) (v) (taal) parler de (v) (taal)
spreken (n) (v) (toespraak) parler (m) (v) (toespraak)
spreken (n) (v) (taal) dialoguer (v) (taal)
spreken (n) (v) (woorden) prononcer (v) (woorden)
spreken (n) (v) (taal) parler (m) (v) (taal)
spreken (n) (v) (toespraak) parler avec (v) (toespraak)
spreken (n) (v) (woorden) dialoguer (v) (woorden)
spreken (n) (v) (een gesprek voeren) converser (v) (een gesprek voeren)
spreken (n) (v) (woorden) parler de (v) (woorden)
spreken (n) (v) (taal) s'entretenir avec (v) (taal)
spreken (n) (v) (toespraak) déclamer (v) (toespraak)
spreken (n) (v) (woorden) parler (m) (v) (woorden)
spreken (n) (v) (woorden) articuler (v) (woorden)
spreken (n) (v) (toespraak) parler de (v) (toespraak)
spreken (n) (v) (toespraak) s'entretenir avec (v) (toespraak)
spreken (n) (v) (een gesprek voeren) dialoguer (v) (een gesprek voeren)
spreken (n) (v) (toespraak) converser (v) (toespraak)
spreken (n) (v) (toespraak) prononcer une allocution (v) (toespraak)
Spreken Voorbeelden45 voorbeelden gevonden
beginnen te spreken se mettre à parler
boekdelen spreken être révélateur
boekdelen spreken en dire long
harder spreken parler plus haut
harder spreken parler plus fort
koeterwaals spreken baragouiner
monotoon spreken parler sur un ton monocorde
onvoorbereid spreken improviser
onvoorbereid spreken improvisation
recht spreken over juger
retorisch spreken réciter
retorisch spreken déclamer
retorisch spreken prononcer
retorisch spreken prononcer une allocution
retorisch spreken faire
retorisch spreken parler de
spreken met parler avec
spreken met parler à
spreken over parler au sujet de
spreken over parler au sujet de
spreken over parler de
spreken over parler de
spreken uit naam van exprimer les sentiments de
spreken uit naam van exprimer les pensées de
spreken uit naam van parler au nom de
spreken van parler de
spreken voor exprimer les sentiments de
spreken voor exprimer les pensées de
spreken voor parler au nom de
ten gunste spreken intercéder
tot zichzelf spreken monologuer
tot zichzelf spreken soliloquer
uitvoerig spreken entrer dans les détails
uitvoerig spreken discourir
uitvoerig spreken s'étendre sur
uitvoerig spreken over traiter de
uitvoerig spreken over discourir sur
voor zich spreken être révélateur
voor zich spreken en dire long
vrijuit spreken parler franchement
voor zichzelf spreken couler de source
voor zichzelf spreken être évident
voor zichzelf spreken aller de soi
voor zichzelf spreken aller sans dire
voor zichzelf sprekend qui s'explique de soi-même
Vertalen Spreken in andere talen
Vertalen spreken in Engels
Vertalen spreken in Duits
Vertalen spreken in Italiaans
Vertalen spreken in Spaans
Vertalen spreken in Portugees
Vertalen spreken in Sloveens
Vertalen spreken in Pools
Vertalen spreken in Tsjechisch