Spreken — Nederlandse Duits vertaling15 vertalingen gevonden

spreken (n) unterhalten
spreken (n) (n) (Aktie) sprechen (n) (n) (Aktie)
spreken (n) (v) (woorden) sprechen (v) (woorden)
spreken (n) (v) (een gesprek voeren) sprechen (v) (een gesprek voeren)
spreken (n) (v) (toespraak) eine Rede halten (v) (toespraak)
spreken (n) (v) sprechen (v)
spreken (n) (v) (een gesprek voeren) sich unterhalten (v) (een gesprek voeren)
spreken (n) (v) (een gesprek voeren) parlieren (v) (een gesprek voeren)
spreken (n) (v) (toespraak) sprechen (v) (toespraak)
spreken (n) (v) sagen (v)
spreken (n) (v) (taal) sprechen (v) (taal)
spreken (n) (v) (woorden) aussprechen (v) (woorden)
spreken (n) (v) (een gesprek voeren) reden (v) (een gesprek voeren)
spreken (n) (v) (woorden) reden (v) (woorden)
spreken (n) (v) (toespraak) einen Vortrag halten (v) (toespraak)
Spreken Voorbeelden16 voorbeelden gevonden
Spreken is zilver, zwijgen is goud Reden ist Silber, Schweigen ist Gold
beginnen te spreken Wort ergreifen
boekdelen spreken Bände sprechen
harder spreken lauter sprechen
monotoon spreken monoton sprechen
onvoorbereid spreken improvisieren
onvoorbereid spreken Stegreifdarbietung
onvoorbereid spreken Improvisation
spreken met sprechen mit
spreken over sprechen über
spreken over sprechen über
spreken over sprechen von
spreken voor sprechen im Namen von
spreken voor sprechen für
tot zichzelf spreken Selbstgespräche führen
vrijuit spreken offen sagen
Vertalen Spreken in andere talen
Vertalen spreken in Engels
Vertalen spreken in Frans
Vertalen spreken in Italiaans
Vertalen spreken in Spaans
Vertalen spreken in Portugees
Vertalen spreken in Sloveens
Vertalen spreken in Pools
Vertalen spreken in Tsjechisch