lopen
(n)
(n)
(sport)
|
corsa
(f)
(n)
(sport)
|
lopen
(n)
(v)
(vloeistof)
|
grondare
(v)
(vloeistof)
|
gelopen
lopen
loopt
liepen
liep
|
grondando
grondano
grondi
grondavano
grondavi
|
lopen
(n)
(v)
(fysische activiteit)
|
camminare
(m)
(v)
(fysische activiteit)
|
gelopen
lopen
loopt
liepen
liep
|
camminando
camminano
cammini
camminavano
camminavi
|
lopen
(n)
(v)
(water)
|
scorrere
(v)
(water)
|
gelopen
lopen
loopt
liepen
liep
|
scorrendo
scorri
scorrono
scorrevano
scorrevi
|
lopen
(n)
(v)
(mechanisch)
|
funzionare
(v)
(mechanisch)
|
gelopen
lopen
loopt
liepen
liep
|
funzionando
funzionano
funzioni
funzionavano
funzionavi
|
lopen
(n)
(v)
(beweging)
|
correre
(v)
(beweging)
|
gelopen
lopen
loopt
liepen
liep
|
correndo
corri
corrono
correvano
correvi
|
lopen
(n)
(v)
(vloeistof)
|
uscire a fiotti
(v)
(vloeistof)
|
lopen
(n)
(v)
(water)
|
correre
(v)
(water)
|
gelopen
lopen
loopt
liepen
liep
|
correndo
corri
corrono
correvano
correvi
|
lopen
(n)
(v)
(beweging)
|
funzionare
(v)
(beweging)
|
gelopen
lopen
loopt
liepen
liep
|
funzionando
funzionano
funzioni
funzionavano
funzionavi
|
lopen
(n)
(v)
(water)
|
fluire
(v)
(water)
|
gelopen
lopen
loopt
liepen
liep
|
fluendo
fluisci
fluiscono
fluivano
fluivi
|
lopen
(n)
(v)
(vloeistof)
|
riversarsi
(v)
(vloeistof)
|
lopen
(n)
(v)
(sport)
|
correre
(v)
(sport)
|
gelopen
lopen
loopt
liepen
liep
|
correndo
corri
corrono
correvano
correvi
|
lopen
(n)
(v)
(vloeistof)
|
fluire
(v)
(vloeistof)
|
gelopen
lopen
loopt
liepen
liep
|
fluendo
fluisci
fluiscono
fluivano
fluivi
|
lopen
(n)
(v)
(fysische activiteit)
|
andare a piedi
(v)
(fysische activiteit)
|