Openbreken — Nederlandse Spaans vertaling42 vertalingen gevonden

openbreken (n) (n) (Ei) salida del cascarón (f) (n) (Ei)
openbreken (n) (v) (intransitief) abrir a la fuerza (v) (intransitief)
openbreken (n) (v) (transitief) abrirse violentamente (v) (transitief)
openbreken (n) (v) (intransitief) forzar (v) (intransitief)
openbreken (n) (v) (transitief) romper (v) (transitief)
openbreken (n) (v) (transitief) reventar (v) (transitief)
openbreken (n) (v) (openen) abrir por la fuerza (v) (openen)
openbreken (n) (v) (intransitief) estallar (v) (intransitief)
openbreken (n) (v) (transitief) partir (v) (transitief)
openbreken (n) (v) (openen) abrirse violentamente (v) (openen)
openbreken (n) (v) (transitief) forzar (v) (transitief)
openbreken (n) (v) (eieren) romper (v) (eieren)
openbreken (n) (v) (transitief) abrir por la fuerza (v) (transitief)
openbreken (n) (v) (transitief) abrir a la fuerza (v) (transitief)
openbreken (n) (v) (geneeskunde) abrirse violentamente (v) (geneeskunde)
openbreken (n) (v) (eieren) partir (v) (eieren)
openbreken (n) (v) (openen) romper (v) (openen)
openbreken (n) (v) (openen) reventar (v) (openen)
openbreken (n) (v) (openen) abrirse (v) (openen)
openbreken (n) (v) (intransitief) abrirse (v) (intransitief)
openbreken (n) (v) (openen) partir (v) (openen)
openbreken (n) (v) (eieren) abrirse violentamente (v) (eieren)
openbreken (n) (v) (openen) forzar (v) (openen)
openbreken (n) (v) (transitief) estallar (v) (transitief)
openbreken (n) (v) (openen) abrir a la fuerza (v) (openen)
openbreken (n) (v) (openen) estallar (v) (openen)
openbreken (n) (v) (intransitief) quebrarse (v) (intransitief)
openbreken (n) (v) (intransitief) reventar (v) (intransitief)
openbreken (n) (v) (eieren) reventar (v) (eieren)
openbreken (n) (v) (eieren) abrirse (v) (eieren)
openbreken (n) (v) (transitief) abrirse (v) (transitief)
openbreken (n) (v) (intransitief) abrirse violentamente (v) (intransitief)
openbreken (n) (v) (eieren) forzar (v) (eieren)
openbreken (n) (v) (intransitief) romper (v) (intransitief)
openbreken (n) (v) (geneeskunde) estallar (v) (geneeskunde)
openbreken (n) (v) (eieren) abrir por la fuerza (v) (eieren)
openbreken (n) (v) (eieren) estallar (v) (eieren)
openbreken (n) (v) (intransitief) partir (v) (intransitief)
openbreken (n) (v) (eieren) abrir a la fuerza (v) (eieren)
openbreken (n) (v) (geneeskunde) quebrarse (v) (geneeskunde)
openbreken (n) (v) (geneeskunde) reventar (v) (geneeskunde)
openbreken (n) (v) (intransitief) abrir por la fuerza (v) (intransitief)
Vertalen Openbreken in andere talen
Vertalen openbreken in Engels
Vertalen openbreken in Duits
Vertalen openbreken in Frans
Vertalen openbreken in Italiaans
Vertalen openbreken in Portugees
Vertalen openbreken in Sloveens
Vertalen openbreken in Pools
Vertalen openbreken in Tsjechisch