Bezit — Nederlandse Spaans vertaling24 vertalingen gevonden

bezit (n) (n) (eigendom) posesiones (f) (n) (eigendom)
bezit (n) (n) (eigenaarschap) pertenencias (f) (n) (eigenaarschap)
bezit (n) (n) (bezittingen) posesión (f) (n) (bezittingen)
bezit (n) (n) (huis) propiedad (f) (n) (huis)
bezit (n) (n) (eigendom) pertenencias (f) (n) (eigendom)
bezit (n) (n) (eigendom) haber (m) (n) (eigendom)
bezit (n) (n) (bezittingen) posesiones (f) (n) (bezittingen)
bezit (n) (n) (vermogen) posesiones (f) (n) (vermogen)
bezit (n) (n) (huis) pertenencias (f) (n) (huis)
bezit (n) (n) (vermogen) posesión (f) (n) (vermogen)
bezit (n) (n) (vermogen) riqueza (f) (n) (vermogen)
bezit (n) (n) (eigenaarschap) haber (m) (n) (eigenaarschap)
bezit (n) (n) (eigenaarschap) posesión (f) (n) (eigenaarschap)
bezit (n) (n) (vermogen) propiedad (f) (n) (vermogen)
bezit (n) (n) (bezittingen) pertenencias (f) (n) (bezittingen)
bezit (n) (n) (vermogen) fortuna (f) (n) (vermogen)
bezit (n) (n) (eigendom) propiedad (f) (n) (eigendom)
bezit (n) (n) (eigenaarschap) posesiones (f) (n) (eigenaarschap)
bezit (n) (n) (bezittingen) haber (m) (n) (bezittingen)
bezit (n) (n) (eigendom) posesión (f) (n) (eigendom)
bezit (n) (n) (bezittingen) propiedad (f) (n) (bezittingen)
bezit (n) (n) (vermogen) pertenencias (f) (n) (vermogen)
bezit (n) (n) (vermogen) haber (m) (n) (vermogen)
bezit (n) (n) (eigenaarschap) propiedad (f) (n) (eigenaarschap)
Bezit Voorbeelden7 voorbeelden gevonden
gehuurd bezit arriendo
gehuurd bezit arrendamiento
in bezit nemen apropiarse
in bezit nemen apoderarse de
privé-bezit propiedad privada
weer in bezit nemen volver a tomar posesión de
weer in bezit nemen recuperar
Vertalen Bezit in andere talen
Vertalen bezit in Engels
Vertalen bezit in Duits
Vertalen bezit in Frans
Vertalen bezit in Italiaans
Vertalen bezit in Portugees
Vertalen bezit in Sloveens
Vertalen bezit in Pools
Vertalen bezit in Tsjechisch