betrekken
(v)
(oneerlijkheid)
|
implicar
(v)
(oneerlijkheid)
|
betrokken
betrekken
betrekt
betrokken
betrok
|
implicado
implicas
implican
implicabas
implicaban
|
betrekken
(v)
(oneerlijkheid)
|
involucrar
(v)
(oneerlijkheid)
|
betrokken
betrekken
betrekt
betrokken
betrok
|
involucrado
involucran
involucras
involucraban
involucrabas
|
betrekken
(v)
(ruzie)
|
enredar
(v)
(ruzie)
|
betrokken
betrekken
betrekt
betrokken
betrok
|
enredado
enredas
enredan
enredabas
enredaban
|
betrekken
(v)
(huis)
|
vivir en
(v)
(huis)
|
betrekken
(v)
(ruzie)
|
embrollar
(v)
(ruzie)
|
betrokken
betrekken
betrekt
betrokken
betrok
|
embrollado
embrollas
embrollan
embrollabas
embrollaban
|
betrekken
(v)
(huis)
|
mudarse a
(v)
(huis)
|
betrekken
(v)
(oneerlijkheid)
|
embrollar
(v)
(oneerlijkheid)
|
betrokken
betrekken
betrekt
betrokken
betrok
|
embrollado
embrollas
embrollan
embrollabas
embrollaban
|
betrekken
(v)
(huis)
|
tomar posesión de
(v)
(huis)
|
betrekken
(v)
(ruzie)
|
envolver
(v)
(ruzie)
|
betrokken
betrekken
betrekt
betrokken
betrok
|
envuelto
envuelves
envuelven
envolvías
envolvían
|
betrekken
(v)
(oneerlijkheid)
|
envolver
(v)
(oneerlijkheid)
|
betrokken
betrekken
betrekt
betrokken
betrok
|
envuelto
envuelves
envuelven
envolvías
envolvían
|
betrekken
(v)
(huis)
|
ocupar
(v)
(huis)
|
betrokken
betrekken
betrekt
betrokken
betrok
|
ocupado
ocupan
ocupas
ocupaban
ocupabas
|
betrekken
(v)
(oneerlijkheid)
|
enredar
(v)
(oneerlijkheid)
|
betrokken
betrekken
betrekt
betrokken
betrok
|
enredado
enredas
enredan
enredabas
enredaban
|