ontbreken (n) (n) (hoeveelheid) | absence (n) (hoeveelheid) |
ontbreken (n) (n) (hoeveelheid) | lack (n) (hoeveelheid) |
ontbreken (n) (v) (afwezigheid) | lack (v) (afwezigheid) |
ontbreken (n) (v) (woorden) | fail (v) (woorden) |
ontbreken (n) (v) (tekort) | be missing (v) (tekort) |
ontbreken (n) (v) (afwezigheid) | not have (v) (afwezigheid) |
ontbreken (n) (v) (afwezigheid) | be without (v) (afwezigheid) |