uitstel (n) (n) (rechten) | Verschiebung (f) (n) (rechten) |
uitstel (n) (n) (tijd) | Verschiebung (f) (n) (tijd) |
uitstel (n) (n) (rechten) | Vertagung (f) (n) (rechten) |
uitstel (n) (n) | Aufschub (m) (n) |
uitstel (n) (n) (rechten) | Aufschub (m) (n) (rechten) |
uitstel (n) (n) (tijd) | Ruhepause (f) (n) (tijd) |
uitstel (n) (n) (opschorting) | Verschiebung (f) (n) (opschorting) |
uitstel (n) (n) (opschorting) | Vertagung (f) (n) (opschorting) |
uitstel (n) (n) (tijd) | Atempause (f) (n) (tijd) |
uitstel (n) (n) (opschorting) | Aufschub (m) (n) (opschorting) |
uitstel (n) (n) (vertraging) | Frist (f) (n) (vertraging) |
uitstel (n) (n) (tijd) | Aufschub (m) (n) (tijd) |
zonder uitstel | ohne Verspätung |