Vroeger — Nederlandse Portugees vertaling54 vertalingen gevonden

vroeger (a) (tijd) prévio (a) (tijd)
vroeger (a) (algemeen) anterior (a) (algemeen)
vroeger (a) (algemeen) então (a) (algemeen)
vroeger (a) (tijd) ido (a) (tijd)
vroeger (a) (algemeen) prévio (a) (algemeen)
vroeger (a) (algemeen) naqueles dias (a) (algemeen)
vroeger (a) (algemeen) naquele tempo (a) (algemeen)
vroeger (a) (algemeen) precedente (m) (a) (algemeen)
vroeger (a) (algemeen) ido (a) (algemeen)
vroeger (a) (tijd) passado (m) (a) (tijd)
vroeger (a) (tijd) precedente (m) (a) (tijd)
vroeger (a) (tijd) naqueles dias (a) (tijd)
vroeger (a) (algemeen) antes (a) (algemeen)
vroeger (a) (tijd) mais cedo (a) (tijd)
vroeger (a) (algemeen) naquela época (a) (algemeen)
vroeger (a) (tijd) antes (a) (tijd)
vroeger (a) (algemeen) passado (m) (a) (algemeen)
vroeger (a) (tijd) naquele tempo (a) (tijd)
vroeger (a) (algemeen) mais cedo (a) (algemeen)
vroeger (a) (tijd) então (a) (tijd)
vroeger (a) (tijd) anterior (a) (tijd)
vroeger (a) (tijd) naquela época (a) (tijd)
vroeger (o) (verleden) então (o) (verleden)
vroeger (o) (tijd) anterior (o) (tijd)
vroeger (o) (tijd) mais cedo (o) (tijd)
vroeger (o) (tijd) naquela época (o) (tijd)
vroeger (o) (verleden) há muito tempo (o) (verleden)
vroeger (o) (verleden) precedente (m) (o) (verleden)
vroeger (o) (verleden) naquele tempo (o) (verleden)
vroeger (o) (verleden) anteriormente (o) (verleden)
vroeger (o) (tijd) antes de (o) (tijd)
vroeger (o) (verleden) passado (m) (o) (verleden)
vroeger (o) (verleden) antes (o) (verleden)
vroeger (o) (tijd) naquele tempo (o) (tijd)
vroeger (o) (verleden) mais cedo (o) (verleden)
vroeger (o) (verleden) naquela época (o) (verleden)
vroeger (o) (tijd) previamente (o) (tijd)
vroeger (o) (tijd) antes (o) (tijd)
vroeger (o) (tijd) prévio (o) (tijd)
vroeger (o) (tijd) antigamente (o) (tijd)
vroeger (o) (tijd) passado (m) (o) (tijd)
vroeger (o) (verleden) anterior (o) (verleden)
vroeger (o) (tijd) ido (o) (tijd)
vroeger (o) (verleden) naqueles dias (o) (verleden)
vroeger (o) (verleden) no passado (o) (verleden)
vroeger (o) (tijd) então (o) (tijd)
vroeger (o) (verleden) prévio (o) (verleden)
vroeger (o) (verleden) antigamente (o) (verleden)
vroeger (o) (tijd) há muito tempo (o) (tijd)
vroeger (o) (tijd) precedente (m) (o) (tijd)
vroeger (o) (verleden) ido (o) (verleden)
vroeger (o) (tijd) anteriormente (o) (tijd)
vroeger (o) (tijd) naqueles dias (o) (tijd)
vroeger (o) (tijd) no passado (o) (tijd)
Vroeger Voorbeelden8 voorbeelden gevonden
van vroeger antigo
van vroeger velho
vroeger dan antes de
vroeger dan até
vroeger dan antes que
vroeger dan para
vroeger dan atrás
vroeger dan desde
Vertalen Vroeger in andere talen
Vertalen vroeger in Engels
Vertalen vroeger in Duits
Vertalen vroeger in Frans
Vertalen vroeger in Italiaans
Vertalen vroeger in Spaans
Vertalen vroeger in Sloveens
Vertalen vroeger in Pools
Vertalen vroeger in Tsjechisch