Uitkleden — Nederlandse Portugees vertaling3 vertalingen gevonden

uitkleden (v) (persoon) tirar a roupa de (v) (persoon)
uitkleden (v) (persoon) despir (v) (persoon)
uitkleden (v) (persoon) tirar a roupa (v) (persoon)
Uitkleden Voorbeelden4 voorbeelden gevonden
iemand uitkleden despir alguém
zich uitkleden tirar a roupa
zich uitkleden despir
zich uitkleden tirar a roupa de
Vertalen Uitkleden in andere talen
Vertalen uitkleden in Engels
Vertalen uitkleden in Duits
Vertalen uitkleden in Frans
Vertalen uitkleden in Italiaans
Vertalen uitkleden in Spaans
Vertalen uitkleden in Sloveens
Vertalen uitkleden in Pools
Vertalen uitkleden in Tsjechisch