Huis — Nederlandse Portugees vertaling7 vertalingen gevonden

huis (n) (n) (gebouw) lar (m) (n) (gebouw)
huis (n) (n) (politiek - Groot-Brittannië) Câmara dos Lordes (f) (n) (politiek - Groot-Brittannië)
huis (n) (n) (Koninklijke Familie) Câmara dos Lordes (f) (n) (Koninklijke Familie)
huis (n) (n) (gebouw) casa de campo (f) (n) (gebouw)
huis (n) (n) (Koninklijke Familie) mansão (f) (n) (Koninklijke Familie)
huis (n) (n) (gebouw) casa (f) (n) (gebouw)
huis (n) (n) (politiek - Groot-Brittannië) mansão (f) (n) (politiek - Groot-Brittannië)
Huis Voorbeelden16 voorbeelden gevonden
naar huis gestuurd dar alta
naar huis gestuurd de alta
naar huis sturen dar alta
naar huis sturen de alta
naar huis sturen despedir
Huis van Afgevaardigden Câmara dos deputados
Witte Huis Casa Branca
aan huis gebonden preso em casa
geprefabriceerd huis casa pré-fabricada
halfvrijstaand huis casa geminada
huis in de stad casa de cidade
huis in de stad residência urbana
huis vol casa lotada
huis- domiciliar
huis-aan-huis de porta em porta
naar huis para casa
Vertalen Huis in andere talen
Vertalen huis in Engels
Vertalen huis in Duits
Vertalen huis in Frans
Vertalen huis in Italiaans
Vertalen huis in Spaans
Vertalen huis in Sloveens
Vertalen huis in Pools
Vertalen huis in Tsjechisch