afsluiten
(v)
(kraan)
|
cortar
(v)
(kraan)
|
|
afsluiten
(v)
(subject)
|
fechar
(v)
(subject)
|
afsluiten
(v)
(subject)
|
chegar a uma conclusão
(v)
(subject)
|
|
afsluiten
(v)
(subject)
|
selar
(v)
(subject)
|
|
afsluiten
(v)
(algemeen)
|
concluir
(v)
(algemeen)
|
|
afsluiten
(v)
(algemeen)
|
fechar à chave
(v)
(algemeen)
|
|
afsluiten
(v)
(elektriciteit)
|
desligar
(v)
(elektriciteit)
|
|
afsluiten
(v)
(transactie)
|
obstruir
(v)
(transactie)
|
|
afsluiten
(v)
(deur)
|
trancar
(v)
(deur)
|
|
afsluiten
(v)
(gebouw)
|
selar
(v)
(gebouw)
|
|
afsluiten
(v)
(deur)
|
tapar
(v)
(deur)
|
|
afsluiten
(v)
(contract)
|
concluir
(v)
(contract)
|
|
afsluiten
(v)
(subject)
|
terminar
(v)
(subject)
|
|
afsluiten
(v)
(transactie)
|
chegar a uma conclusão
(v)
(transactie)
|
|
afsluiten
(v)
(kraan)
|
desligar
(v)
(kraan)
|
|
afsluiten
(v)
(transactie)
|
fechar
(v)
(transactie)
|
|
afsluiten
(v)
(transactie)
|
tapar
(v)
(transactie)
|
|
afsluiten
(v)
(transactie)
|
selar
(v)
(transactie)
|
|
afsluiten
(v)
(transactie)
|
concluir
(v)
(transactie)
|
|
afsluiten
(v)
(gebouw)
|
trancar
(v)
(gebouw)
|
|
afsluiten
(v)
(subject)
|
finalizar
(v)
(subject)
|
|
afsluiten
(v)
(deur)
|
obstruir
(v)
(deur)
|
|
afsluiten
(v)
(elektriciteit)
|
cortar
(v)
(elektriciteit)
|
|
afsluiten
(v)
(algemeen)
|
fechar
(v)
(algemeen)
|
|
afsluiten
(v)
(algemeen)
|
tapar
(v)
(algemeen)
|
|
afsluiten
(v)
(gebouw)
|
concluir
(v)
(gebouw)
|
|
afsluiten
(v)
(deur)
|
terminar
(v)
(deur)
|
|
afsluiten
(v)
(subject)
|
fechar à chave
(v)
(subject)
|
|
afsluiten
(v)
(transactie)
|
finalizar
(v)
(transactie)
|
|
afsluiten
(v)
(deur)
|
fechar
(v)
(deur)
|
|
afsluiten
(v)
(subject)
|
tapar
(v)
(subject)
|
|
afsluiten
(v)
(algemeen)
|
selar
(v)
(algemeen)
|
|
afsluiten
(v)
(transactie)
|
trancar
(v)
(transactie)
|
|
afsluiten
(v)
(gebouw)
|
fechar à chave
(v)
(gebouw)
|
|
afsluiten
(v)
(gebouw)
|
finalizar
(v)
(gebouw)
|
|
afsluiten
(v)
(algemeen)
|
obstruir
(v)
(algemeen)
|
|
afsluiten
(v)
(gebouw)
|
tapar
(v)
(gebouw)
|
|
afsluiten
(v)
(gebouw)
|
fechar
(v)
(gebouw)
|
|
afsluiten
(v)
(gebouw)
|
chegar a uma conclusão
(v)
(gebouw)
|
|
afsluiten
(v)
(subject)
|
concluir
(v)
(subject)
|
|
afsluiten
(v)
(afzonderen)
|
separar
(v)
(afzonderen)
|
|
afsluiten
(v)
(transactie)
|
fechar à chave
(v)
(transactie)
|
|
afsluiten
(v)
(algemeen)
|
finalizar
(v)
(algemeen)
|
|
afsluiten
(v)
(subject)
|
obstruir
(v)
(subject)
|
|
afsluiten
(v)
(subject)
|
trancar
(v)
(subject)
|
|
afsluiten
(v)
(gebouw)
|
obstruir
(v)
(gebouw)
|
|
afsluiten
(v)
(algemeen)
|
trancar
(v)
(algemeen)
|
|
afsluiten
(v)
(verzekering)
|
segurar
(v)
(verzekering)
|
|
afsluiten
(v)
(afzonderen)
|
isolar
(v)
(afzonderen)
|
|
afsluiten
(v)
(algemeen)
|
chegar a uma conclusão
(v)
(algemeen)
|
Afsluiten Voorbeelden3 voorbeelden gevonden
|
een verzekering afsluiten
|
fazer uma apólice de seguro
|
|
een verzekering afsluiten
|
colocar no seguro
|
|
stevig afsluiten
|
fechar bem
|
Vertalen Afsluiten in andere talen
