Afsluiten — Nederlandse Italiaans vertaling48 vertalingen gevonden

afsluiten (v) (transactie) ostruire (v) (transactie)
afsluiten (v) (subject) concludere (v) (subject)
afsluiten (v) (algemeen) occludere (v) (algemeen)
afsluiten (v) (verzekering) sottoscrivere (v) (verzekering)
afsluiten (v) (subject) porre termine a (v) (subject)
afsluiten (v) (kraan) chiudere (v) (kraan)
afsluiten (v) (gebouw) concludere (v) (gebouw)
afsluiten (v) (gebouw) ostruire (v) (gebouw)
afsluiten (v) (deur) chiudersi (v) (deur)
afsluiten (v) (subject) occludere (v) (subject)
afsluiten (v) (subject) sistemare (v) (subject)
afsluiten (v) (deur) chiudere a chiave (v) (deur)
afsluiten (v) (subject) definire (v) (subject)
afsluiten (v) (afzonderen) bloccare (v) (afzonderen)
afsluiten (v) (transactie) definire (v) (transactie)
afsluiten (v) (gebouw) occludere (v) (gebouw)
afsluiten (v) (gebouw) sistemare (v) (gebouw)
afsluiten (v) (deur) porre termine a (v) (deur)
afsluiten (v) (transactie) chiudere (v) (transactie)
afsluiten (v) (gebouw) chiudere a chiave (v) (gebouw)
afsluiten (v) (subject) ostruire (v) (subject)
afsluiten (v) (afzonderen) chiudere il passaggio (v) (afzonderen)
afsluiten (v) (transactie) occludere (v) (transactie)
afsluiten (v) (elektriciteit) tagliare (v) (elektriciteit)
afsluiten (v) (deur) chiudere (v) (deur)
afsluiten (v) (gebouw) definire (v) (gebouw)
afsluiten (v) (algemeen) chiudere (v) (algemeen)
afsluiten (v) (algemeen) definire (v) (algemeen)
afsluiten (v) (algemeen) ostruire (v) (algemeen)
afsluiten (v) (algemeen) concludere (v) (algemeen)
afsluiten (v) (subject) porre fine a (v) (subject)
afsluiten (v) (gebouw) porre fine a (v) (gebouw)
afsluiten (v) (subject) chiudere (v) (subject)
afsluiten (v) (transactie) chiudere a chiave (v) (transactie)
afsluiten (v) (deur) ostruire (v) (deur)
afsluiten (v) (transactie) concludere (v) (transactie)
afsluiten (v) (deur) occludere (v) (deur)
afsluiten (v) (kraan) tagliare (v) (kraan)
afsluiten (v) (gebouw) chiudere (v) (gebouw)
afsluiten (v) (algemeen) sistemare (v) (algemeen)
afsluiten (v) (elektriciteit) chiudere (v) (elektriciteit)
afsluiten (v) (contract) concludere (v) (contract)
afsluiten (v) (algemeen) porre fine a (v) (algemeen)
afsluiten (v) (subject) chiudersi (v) (subject)
afsluiten (v) (transactie) porre fine a (v) (transactie)
afsluiten (v) (transactie) sistemare (v) (transactie)
afsluiten (v) (subject) chiudere a chiave (v) (subject)
afsluiten (v) (algemeen) chiudere a chiave (v) (algemeen)
Afsluiten Voorbeelden3 voorbeelden gevonden
een verzekering afsluiten ottenere una polizza di assicurazione
stevig afsluiten fermare
stevig afsluiten assicurare
Vertalen Afsluiten in andere talen
Vertalen afsluiten in Engels
Vertalen afsluiten in Duits
Vertalen afsluiten in Frans
Vertalen afsluiten in Spaans
Vertalen afsluiten in Portugees
Vertalen afsluiten in Sloveens
Vertalen afsluiten in Pools
Vertalen afsluiten in Tsjechisch