Afbreken — Nederlandse Portugees vertaling48 vertalingen gevonden

afbreken (v) (scheiden) romper (v) (scheiden)
afbreken (v) (Chemie) decompor (v) (Chemie)
afbreken (v) (scheiden) cortar (v) (scheiden)
afbreken (v) (kleineren) difamar (v) (kleineren)
afbreken (v) (telefoon) partir (v) (telefoon)
afbreken (v) (scheiden) quebrar (v) (scheiden)
afbreken (v) (scheiden) partir (v) (scheiden)
afbreken (v) (relatie) terminar (v) (relatie)
afbreken (v) (gebouw) pôr abaixo (v) (gebouw)
afbreken (v) (telefoon) cortar (v) (telefoon)
afbreken (v) (telefoon) interromper (v) (telefoon)
afbreken (v) (scheiden) interromper (v) (scheiden)
afbreken (v) (voorwerpen) quebrar (v) (voorwerpen)
afbreken (v) (voorwerpen) terminar (v) (voorwerpen)
afbreken (v) (relatie) romper (v) (relatie)
afbreken (v) (voorwerpen) cortar (v) (voorwerpen)
afbreken (v) (koord) arrebentar (v) (koord)
afbreken (v) (voorwerpen) suspender (v) (voorwerpen)
afbreken (v) (voorwerpen) interromper (v) (voorwerpen)
afbreken (v) (gebouw) demolir (v) (gebouw)
afbreken (v) (voorwerpen) romper (v) (voorwerpen)
afbreken (v) (onderhandeling) terminar (v) (onderhandeling)
afbreken (v) (koord) partir (v) (koord)
afbreken (v) (kleineren) denegrir (v) (kleineren)
afbreken (v) (linguïstiek) hifenizar (v) (linguïstiek)
afbreken (v) (scheiden) suspender (v) (scheiden)
afbreken (v) (telefoon) quebrar (v) (telefoon)
afbreken (v) (relatie) quebrar (v) (relatie)
afbreken (v) (koord) romper-se (v) (koord)
afbreken (v) (kleineren) depreciar (v) (kleineren)
afbreken (v) (voorwerpen) partir (v) (voorwerpen)
afbreken (v) (telefoon) suspender (v) (telefoon)
afbreken (v) (relatie) interromper (v) (relatie)
afbreken (v) (telefoon) romper (v) (telefoon)
afbreken (v) (scheiden) terminar (v) (scheiden)
afbreken (v) (onderhandeling) romper (v) (onderhandeling)
afbreken (v) (gebouw) destruir (v) (gebouw)
afbreken (v) (onderhandeling) cortar (v) (onderhandeling)
afbreken (v) (onderhandeling) suspender (v) (onderhandeling)
afbreken (v) (relatie) partir (v) (relatie)
afbreken (v) (onderhandeling) quebrar (v) (onderhandeling)
afbreken (v) (onderhandeling) partir (v) (onderhandeling)
afbreken (v) (gebouw) derrubar (v) (gebouw)
afbreken (v) (relatie) cortar (v) (relatie)
afbreken (v) (relatie) suspender (v) (relatie)
afbreken (v) (onderhandeling) interromper (v) (onderhandeling)
afbreken (v) (gebouw) arrasar (v) (gebouw)
afbreken (v) (telefoon) terminar (v) (telefoon)
Afbreken Voorbeelden4 voorbeelden gevonden
een stukje afbreken van lascar
voortijdig afbreken abortar
zwangerschap afbreken fazer um aborto
zwangerschap afbreken abortar
Vertalen Afbreken in andere talen
Vertalen afbreken in Engels
Vertalen afbreken in Duits
Vertalen afbreken in Frans
Vertalen afbreken in Italiaans
Vertalen afbreken in Spaans
Vertalen afbreken in Sloveens
Vertalen afbreken in Pools
Vertalen afbreken in Tsjechisch