ontzetten
(v)
(verbazen)
|
lasciare a bocca aperta
(v)
(verbazen)
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
scuotere
(v)
(gevoelens)
|
|
ontzetten
(v)
(rechten)
|
privare
(v)
(rechten)
|
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
costernare
(v)
(gevoelens)
|
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
spaventare
(v)
(gevoelens)
|
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
scioccare
(v)
(gevoelens)
|
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
sconvolgere
(v)
(gevoelens)
|
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
commuovere
(v)
(gevoelens)
|
|
ontzetten
(v)
(rechten)
|
spossessare
(v)
(rechten)
|
|
ontzetten
(v)
(verbazen)
|
sbalordire
(v)
(verbazen)
|
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
atterrire
(v)
(gevoelens)
|
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
intenerire
(v)
(gevoelens)
|
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
sgomentare
(v)
(gevoelens)
|
|
ontzetten
(v)
(verbazen)
|
riempire di stupore
(v)
(verbazen)
|
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
inorridire
(v)
(gevoelens)
|
Ontzetten Voorbeelden1 Bijvoorbeeld gevonden
|
uit het priester-ambt ontzetten
|
sospendere dall'ufficio sacerdotale
|
Vertalen Ontzetten in andere talen
