ontzetten
(v)
(verbazen)
|
pasmar
(v)
(verbazen)
|
ontzet
ontzet
ontzetten
ontzette
ontzetten
|
pasmado
pasman
pasmas
pasmabas
pasmaban
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
horrorizar
(v)
(gevoelens)
|
ontzet
ontzet
ontzetten
ontzette
ontzetten
|
horrorizado
horrorizan
horrorizas
horrorizaban
horrorizabas
|
ontzetten
(v)
(verbazen)
|
desconcertar
(v)
(verbazen)
|
ontzet
ontzet
ontzetten
ontzette
ontzetten
|
desconcertado
desconciertas
desconciertan
desconcertaban
desconcertabas
|
ontzetten
(v)
(rechten)
|
privar
(v)
(rechten)
|
ontzet
ontzet
ontzetten
ontzette
ontzetten
|
privado
privas
privan
privabas
privaban
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
aterrar
(v)
(gevoelens)
|
ontzet
ontzet
ontzetten
ontzette
ontzetten
|
aterrado
atierran
atierras
aterraban
aterrabas
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
repugnar
(v)
(gevoelens)
|
ontzet
ontzet
ontzetten
ontzette
ontzetten
|
repugnado
repugnas
repugnan
repugnabas
repugnaban
|
ontzetten
(v)
(rechten)
|
desposeer
(v)
(rechten)
|
ontzet
ontzet
ontzetten
ontzette
ontzetten
|
desposeído
desposeen
desposees
desposeías
desposeían
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
impresionar
(v)
(gevoelens)
|
ontzet
ontzet
ontzetten
ontzette
ontzetten
|
impresionado
impresionas
impresionan
impresionaban
impresionabas
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
conmocionar a
(v)
(gevoelens)
|
ontzetten
(v)
(verbazen)
|
sorprender
(v)
(verbazen)
|
ontzet
ontzet
ontzetten
ontzette
ontzetten
|
sorprendido
sorprendes
sorprenden
sorprendían
sorprendías
|
ontzetten
(v)
(verbazen)
|
consternar
(v)
(verbazen)
|
ontzet
ontzet
ontzetten
ontzette
ontzetten
|
consternado
consternan
consternas
consternaban
consternabas
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
ofender
(v)
(gevoelens)
|
ontzet
ontzet
ontzetten
ontzette
ontzetten
|
ofendido
ofenden
ofendes
ofendían
ofendías
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
enternecer
(v)
(gevoelens)
|
ontzet
ontzet
ontzetten
ontzette
ontzetten
|
enternecido
enternecen
enterneces
enternecían
enternecías
|
ontzetten
(v)
(verbazen)
|
asombrar
(v)
(verbazen)
|
ontzet
ontzet
ontzetten
ontzette
ontzetten
|
asombrado
asombran
asombras
asombraban
asombrabas
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
producir una conmoción
(v)
(gevoelens)
|
ontzetten
(v)
(gevoelens)
|
conmover
(v)
(gevoelens)
|
ontzet
ontzet
ontzetten
ontzette
ontzetten
|
conmovido
conmueven
conmueves
conmovían
conmovías
|