Beginnen — Nederlandse Italiaans vertaling41 vertaling

beginnen (v) (bespreking) iniziare (v) (bespreking)
beginnen (v) (aanvangen) iniziare (v) (aanvangen)
beginnen (v) (baan) cominciare (v) (baan)
beginnen (v) (aanvangen) attaccare (v) (aanvangen)
beginnen (v) (algemeen) assumere una carica (v) (algemeen)
beginnen (v) (bespreking) entrare in carica (v) (bespreking)
beginnen (v) (begin) promuovere (v) (begin)
beginnen (v) (starten) cominciare (v) (starten)
beginnen (v) (starten) assumere una carica (v) (starten)
beginnen (v) (begin) avviare (v) (begin)
beginnen (v) (aanvangen) incominciare (v) (aanvangen)
beginnen (v) (algemeen) iniziare (v) (algemeen)
beginnen (v) (baan) iniziare (v) (baan)
beginnen (v) (bespreking) cominciare (v) (bespreking)
beginnen (v) (baan) attaccare (v) (baan)
beginnen (v) (aanvangen) assumere una carica (v) (aanvangen)
beginnen (v) (starten) avere inizio (v) (starten)
beginnen (v) (starten) entrare in carica (v) (starten)
beginnen (v) (algemeen) istituire (v) (algemeen)
beginnen (v) (algemeen) entrare in carica (v) (algemeen)
beginnen (v) (algemeen) attaccare (v) (algemeen)
beginnen (v) (algemeen) cominciare (v) (algemeen)
beginnen (v) (baan) incominciare (v) (baan)
beginnen (v) (aanvangen) entrare in carica (v) (aanvangen)
beginnen (v) (begin) iniziare (v) (begin)
beginnen (v) (bespreking) avere inizio (v) (bespreking)
beginnen (v) (bespreking) attaccare (v) (bespreking)
beginnen (v) (baan) assumere una carica (v) (baan)
beginnen (v) (aanvangen) avere inizio (v) (aanvangen)
beginnen (v) (algemeen) incominciare (v) (algemeen)
beginnen (v) (algemeen) intraprendere (v) (algemeen)
beginnen (v) (starten) iniziare (v) (starten)
beginnen (v) (starten) attaccare (v) (starten)
beginnen (v) (aanvangen) cominciare (v) (aanvangen)
beginnen (v) (bespreking) incominciare (v) (bespreking)
beginnen (v) (baan) entrare in carica (v) (baan)
beginnen (v) (algemeen) intentare (v) (algemeen)
beginnen (v) (algemeen) avere inizio (v) (algemeen)
beginnen (v) (bespreking) assumere una carica (v) (bespreking)
beginnen (v) (baan) avere inizio (v) (baan)
beginnen (v) (starten) incominciare (v) (starten)
Beginnen Voorbeelden18 voorbeelden gevonden
beginnen aan mettersi a
beginnen aan cominciamo a
beginnen aan accingersi a
beginnen met mettersi a
beginnen met cominciamo a
beginnen met accingersi a
beginnen te prendere l'abitudine di
beginnen te cominciare a
beginnen te spreken saltar su a dire
beginnen te spreken saltar fuori a dire
een zaak beginnen istituire
een zaak beginnen intraprendere l'attività di
een zaak beginnen fondare
opnieuw beginnen ricominciare
opnieuw beginnen cominciare di nuovo
terug van voren af aan moeten beginnen ritrovarsi al punto di partenza
weer beginnen riprendere
weer beginnen ricominciare
Vertalen Beginnen in andere talen
Vertalen beginnen in Engels
Vertalen beginnen in Duits
Vertalen beginnen in Frans
Vertalen beginnen in Spaans
Vertalen beginnen in Portugees
Vertalen beginnen in Sloveens
Vertalen beginnen in Pools
Vertalen beginnen in Tsjechisch