Beginnen — Nederlandse Duits vertaling14 vertalingen gevonden

beginnen (v) (bespreking) beginnen (v) (bespreking)
beginnen (v) (starten) starten (v) (starten)
beginnen (v) (baan) beginnen (v) (baan)
beginnen (v) (algemeen) einleiten (v) (algemeen)
beginnen (v) (aanvangen) anfangen (v) (aanvangen)
beginnen (v) (starten) beginnen (v) (starten)
beginnen (v) (algemeen) anfangen (v) (algemeen)
beginnen (v) beginnen (v)
beginnen (v) (aanvangen) beginnen (v) (aanvangen)
beginnen (v) (algemeen) beginnen (v) (algemeen)
beginnen (v) (bespreking) anfangen (v) (bespreking)
beginnen (v) (starten) anfangen (v) (starten)
beginnen (v) (baan) anfangen (v) (baan)
beginnen (v) (begin) einführen (v) (begin)
Beginnen Voorbeelden8 voorbeelden gevonden
beginnen met in Angriff nehmen
beginnen met beginnen mit
beginnen te angewöhnen
beginnen te sich angewöhnen
beginnen te anfangen mit
beginnen te spreken Wort ergreifen
een zaak beginnen aufbauen
een zaak beginnen gründen
Vertalen Beginnen in andere talen
Vertalen beginnen in Engels
Vertalen beginnen in Frans
Vertalen beginnen in Italiaans
Vertalen beginnen in Spaans
Vertalen beginnen in Portugees
Vertalen beginnen in Sloveens
Vertalen beginnen in Pools
Vertalen beginnen in Tsjechisch