Vervallen — Nederlandse Frans vertaling44 vertalingen gevonden

vervallen (n) (n) (terugvallen) rechute dans le vice (f) (n) (terugvallen)
vervallen (n) (n) (terugvallen) rechute dans l'erreur (f) (n) (terugvallen)
vervallen (n) (a) (verwaarloosd) à l'abandon (a) (verwaarloosd)
vervallen (n) (a) (verwaarloosd) misérable (a) (verwaarloosd)
vervallen (n) (a) (verwaarloosd) périmer (a) (verwaarloosd)
vervallen (n) (a) (verwaarloosd) négligé (m) (a) (verwaarloosd)
vervallen (n) (a) (verwaarloosd) sordide (a) (verwaarloosd)
vervallen (n) (a) (algemeen) périmer (a) (algemeen)
vervallen (n) (a) (algemeen) négligé (m) (a) (algemeen)
vervallen (n) (a) (verwaarloosd) négligé et délabré (a) (verwaarloosd)
vervallen (n) (a) (algemeen) sordide (a) (algemeen)
vervallen (n) (a) (algemeen) minable (a) (algemeen)
vervallen (n) (a) (algemeen) à l'abandon (a) (algemeen)
vervallen (n) (a) (algemeen) négligé et délabré (a) (algemeen)
vervallen (n) (a) (verwaarloosd) minable (a) (verwaarloosd)
vervallen (n) (a) (algemeen) misérable (a) (algemeen)
vervallen (n) (v) (vergunning) échoir (v) (vergunning)
vervallen (n) (v) (algemeen) décliner (v) (algemeen)
vervallen (n) (v) (bankwezen) négligé et délabré (v) (bankwezen)
vervallen (n) (v) (bankwezen) échoir (v) (bankwezen)
vervallen (n) (v) (beschaving) expirer (v) (beschaving)
vervallen (n) (v) (beschaving) périmer (v) (beschaving)
vervallen (n) (v) (vergunning) périmer (v) (vergunning)
vervallen (n) (v) (gebouw) tomber en poussière (v) (gebouw)
vervallen (n) (v) (terugvallen) retomber (v) (terugvallen)
vervallen (n) (v) (vergunning) expirer (v) (vergunning)
vervallen (n) (v) (vergunning) négligé et délabré (v) (vergunning)
vervallen (n) (v) (beschaving) arriver à terme (v) (beschaving)
vervallen (n) (v) (terugvallen) mal tourner (v) (terugvallen)
vervallen (n) (v) (bankwezen) arriver à terme (v) (bankwezen)
vervallen (n) (v) (algemeen) expirer (v) (algemeen)
vervallen (n) (v) (algemeen) périmer (v) (algemeen)
vervallen (n) (v) (vergunning) arriver à terme (v) (vergunning)
vervallen (n) (v) (gebouw) se désagréger (v) (gebouw)
vervallen (n) (v) (algemeen) arriver à terme (v) (algemeen)
vervallen (n) (v) (beschaving) échoir (v) (beschaving)
vervallen (n) (v) (bankwezen) décliner (v) (bankwezen)
vervallen (n) (v) (beschaving) décliner (v) (beschaving)
vervallen (n) (v) (algemeen) négligé et délabré (v) (algemeen)
vervallen (n) (v) (algemeen) échoir (v) (algemeen)
vervallen (n) (v) (vergunning) décliner (v) (vergunning)
vervallen (n) (v) (bankwezen) expirer (v) (bankwezen)
vervallen (n) (v) (beschaving) négligé et délabré (v) (beschaving)
vervallen (n) (v) (bankwezen) périmer (v) (bankwezen)
Vervallen Voorbeelden3 voorbeelden gevonden
tot armoede vervallen être réduit à la misère
tot armoede vervallen s'appauvrir
tot armoede vervallen devenir pauvre
Vertalen Vervallen in andere talen
Vertalen vervallen in Engels
Vertalen vervallen in Duits
Vertalen vervallen in Italiaans
Vertalen vervallen in Spaans
Vertalen vervallen in Portugees
Vertalen vervallen in Sloveens
Vertalen vervallen in Pools
Vertalen vervallen in Tsjechisch