Opgewekt — Nederlandse Frans vertaling85 vertalingen gevonden

opgewekt (a) (gevoelstoestand) heureux (a) (gevoelstoestand)
opgewekt (a) (persoon) expansif (a) (persoon)
opgewekt (a) (verblijd) heureux (a) (verblijd)
opgewekt (a) (verblijd) réjoui (a) (verblijd)
opgewekt (a) (verblijd) allègre (a) (verblijd)
opgewekt (a) (algemeen) ravi (a) (algemeen)
opgewekt (a) (verblijd) ranimé (a) (verblijd)
opgewekt (a) (gevoelstoestand) allègre (a) (gevoelstoestand)
opgewekt (a) (uitbundig) ragaillardi (a) (uitbundig)
opgewekt (a) (verblijd) joyeux (a) (verblijd)
opgewekt (a) (verblijd) débordant de vie (a) (verblijd)
opgewekt (a) (uitbundig) plein d'allant (a) (uitbundig)
opgewekt (a) (uitbundig) gaillard (a) (uitbundig)
opgewekt (a) (uitbundig) débordant (a) (uitbundig)
opgewekt (a) (persoon) vif (a) (persoon)
opgewekt (a) (algemeen) content (a) (algemeen)
opgewekt (a) (verblijd) enjoué (a) (verblijd)
opgewekt (a) (verblijd) exubérant (a) (verblijd)
opgewekt (a) (verblijd) folâtre (a) (verblijd)
opgewekt (a) (uitbundig) ranimé (a) (uitbundig)
opgewekt (a) (algemeen) gai (a) (algemeen)
opgewekt (a) (uitbundig) débordant de vie (a) (uitbundig)
opgewekt (a) (persoon) plein d'allant (a) (persoon)
opgewekt (a) (verblijd) expansif (a) (verblijd)
opgewekt (a) (persoon) gaillard (a) (persoon)
opgewekt (a) (gevoelstoestand) gai (a) (gevoelstoestand)
opgewekt (a) (gevoelstoestand) enthousiaste (m) (a) (gevoelstoestand)
opgewekt (a) (gevoelstoestand) riant (a) (gevoelstoestand)
opgewekt (a) (persoon) animé (a) (persoon)
opgewekt (a) (gevoelstoestand) de bonne humeur (a) (gevoelstoestand)
opgewekt (a) (persoon) plein d'entrain (a) (persoon)
opgewekt (a) (algemeen) enthousiaste (m) (a) (algemeen)
opgewekt (a) (uitbundig) en pleine santé (a) (uitbundig)
opgewekt (a) (uitbundig) plein de vie (a) (uitbundig)
opgewekt (a) (persoon) robuste (a) (persoon)
opgewekt (a) (gevoelstoestand) réjoui (a) (gevoelstoestand)
opgewekt (a) (verblijd) animé (a) (verblijd)
opgewekt (a) (verblijd) plein de vie (a) (verblijd)
opgewekt (a) (persoon) exubérant (a) (persoon)
opgewekt (a) (gevoelstoestand) folâtre (a) (gevoelstoestand)
opgewekt (a) (verblijd) de bonne humeur (a) (verblijd)
opgewekt (a) (algemeen) joyeux (a) (algemeen)
opgewekt (a) (verblijd) ragaillardi (a) (verblijd)
opgewekt (a) (algemeen) gaiement (a) (algemeen)
opgewekt (a) (verblijd) débordant (a) (verblijd)
opgewekt (a) (uitbundig) plein d'entrain (a) (uitbundig)
opgewekt (a) (gevoelstoestand) joyeux (a) (gevoelstoestand)
opgewekt (a) (persoon) débordant (a) (persoon)
opgewekt (a) (uitbundig) exubérant (a) (uitbundig)
opgewekt (a) (uitbundig) d'humeur gaie (a) (uitbundig)
opgewekt (a) (persoon) enjoué (a) (persoon)
opgewekt (a) (algemeen) riant (a) (algemeen)
opgewekt (a) (algemeen) folâtre (a) (algemeen)
opgewekt (a) (algemeen) de bonne humeur (a) (algemeen)
opgewekt (a) (gevoelstoestand) enchanté (a) (gevoelstoestand)
opgewekt (a) (persoon) en pleine santé (a) (persoon)
opgewekt (a) (uitbundig) robuste (a) (uitbundig)
opgewekt (a) (uitbundig) expansif (a) (uitbundig)
opgewekt (a) (uitbundig) animé (a) (uitbundig)
opgewekt (a) (persoon) plein de vie (a) (persoon)
opgewekt (a) (algemeen) allègre (a) (algemeen)
opgewekt (a) (gevoelstoestand) content (a) (gevoelstoestand)
opgewekt (a) (uitbundig) enjoué (a) (uitbundig)
opgewekt (a) (algemeen) enchanté (a) (algemeen)
opgewekt (a) (persoon) ragaillardi (a) (persoon)
opgewekt (a) (gevoelstoestand) gaiement (a) (gevoelstoestand)
opgewekt (a) (verblijd) gai (a) (verblijd)
opgewekt (a) (gevoelstoestand) ragaillardi (a) (gevoelstoestand)
opgewekt (a) (verblijd) riant (a) (verblijd)
opgewekt (a) (algemeen) heureux (a) (algemeen)
opgewekt (a) (algemeen) réjoui (a) (algemeen)
opgewekt (a) (verblijd) vif (a) (verblijd)
opgewekt (a) (persoon) d'humeur gaie (a) (persoon)
opgewekt (a) (gevoelstoestand) ranimé (a) (gevoelstoestand)
opgewekt (a) (verblijd) plein d'entrain (a) (verblijd)
opgewekt (a) (gevoelstoestand) ravi (a) (gevoelstoestand)
opgewekt (a) (persoon) ranimé (a) (persoon)
opgewekt (a) (uitbundig) vif (a) (uitbundig)
opgewekt (a) (persoon) débordant de vie (a) (persoon)
opgewekt (a) (verblijd) plein d'allant (a) (verblijd)
opgewekt (o) (gedrag) joyeusement (o) (gedrag)
opgewekt (o) (gedrag) gai (o) (gedrag)
opgewekt (o) (gedrag) avec entrain (o) (gedrag)
opgewekt (o) (gedrag) joyeux (o) (gedrag)
opgewekt (o) (gedrag) gaiement (o) (gedrag)
Opgewekt Voorbeelden6 voorbeelden gevonden
opgewekt zijn être tout joyeux
opgewekt zijn être d'une gaieté folle
opgewekt zijn être en verve
opgewekt zijn être plein de vivacité
opgewekt zijn être plein d'entrain
opgewekt zijn être en train
Vertalen Opgewekt in andere talen
Vertalen opgewekt in Engels
Vertalen opgewekt in Duits
Vertalen opgewekt in Italiaans
Vertalen opgewekt in Spaans
Vertalen opgewekt in Portugees
Vertalen opgewekt in Sloveens
Vertalen opgewekt in Pools
Vertalen opgewekt in Tsjechisch