afbetalen
(v)
(Schuld)
|
rembourser en entier
(v)
(Schuld)
|
afbetalen
(v)
(Schuld)
|
amortir
(v)
(Schuld)
|
|
afbetalen
(v)
(Schuld)
|
liquider
(v)
(Schuld)
|
|
afbetalen
(v)
(Schuld)
|
régler
(v)
(Schuld)
|
|
afbetalen
(v)
(handel - financiën)
|
régler
(v)
(handel - financiën)
|
|
afbetalen
(v)
(handel - financiën)
|
acquitter
(v)
(handel - financiën)
|
|
afbetalen
(v)
(Schuld)
|
s'acquitter de
(v)
(Schuld)
|
|
afbetalen
(v)
(Schuld)
|
acquitter
(v)
(Schuld)
|
|
afbetalen
(v)
(handel - financiën)
|
amortir
(v)
(handel - financiën)
|
|
afbetalen
(v)
(handel - financiën)
|
rembourser en entier
(v)
(handel - financiën)
|
|
afbetalen
(v)
(handel - financiën)
|
liquider
(v)
(handel - financiën)
|
Afbetalen Voorbeelden2 voorbeelden gevonden
|
helemaal afbetalen
|
tout rembourser
|
|
helemaal afbetalen
|
payer complètement
|
Vertalen Afbetalen in andere talen
