Afbetalen — vertaling Nederlandse Duits. Vertalen Afbetalen in Duits

afbetalen (v) (Schuld)	abzahlen (v) (Schuld)
afbetaald betaalt af betalen af betaalde af betaalden af	abgezahlt zahlst ab zahlen ab zahltest ab zahlten ab zahl(e) ab
afbetalen (v) (handel - financiën)	tilgen (v) (handel - financiën)
afbetaald betaalt af betalen af betaalde af betaalden af	getilgt tilgen tilgst tilgten tilgtest tilg(e)
afbetalen (v) (Schuld)	begleichen (v) (Schuld)
afbetaald betaalt af betalen af betaalde af betaalden af	beglichen begleichst begleichen beglichen beglichst begleich(e)
afbetalen (v) (handel - financiën)	abzahlen (v) (handel - financiën)
afbetaald betaalt af betalen af betaalde af betaalden af	abgezahlt zahlst ab zahlen ab zahltest ab zahlten ab zahl(e) ab
afbetalen (v) (Schuld)	abbezahlen (v) (Schuld)
afbetaald betaalt af betalen af betaalde af betaalden af	abbezahlt bezahlen ab bezahlst ab bezahlten ab bezahltest ab bezahl(e) ab
afbetalen (v) (handel - financiën)	amortisieren (v) (handel - financiën)
afbetaald betaalt af betalen af betaalde af betaalden af	amortisiert amortisieren amortisierst amortisiertest amortisierten amortisiere

Vertalen Afbetalen in andere talen

Afbetalen — Nederlandse Duits vertaling6 vertalingen gevonden