Tekort — Nederlandse Spaans vertaling34 vertalingen gevonden

tekort (n) (n) (hoeveelheid) vacío (m) (n) (hoeveelheid)
tekort (n) (n) (hoeveelheid) deficiencia (f) (n) (hoeveelheid)
tekort (n) (n) (gebrek) demérito (m) (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (karakter) flaqueza (f) (n) (karakter)
tekort (n) (n) (hoeveelheid) ausencia (f) (n) (hoeveelheid)
tekort (n) (n) (hoeveelheid) interrupción (f) (n) (hoeveelheid)
tekort (n) (n) (hoeveelheid) laguna (f) (n) (hoeveelheid)
tekort (n) (n) (hoeveelheid) carencia (f) (n) (hoeveelheid)
tekort (n) (n) (hoeveelheid) desmerecimiento (m) (n) (hoeveelheid)
tekort (n) (n) (gebrek) falta (f) (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (gebrek) vicio (m) (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (gebrek) defecto (m) (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (karakter) demérito (m) (n) (karakter)
tekort (n) (n) (hoeveelheid) falta (f) (n) (hoeveelheid)
tekort (n) (n) (karakter) desmerecimiento (m) (n) (karakter)
tekort (n) (n) (gebrek) hueco (m) (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (gebrek) interrupción (f) (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (karakter) defecto (m) (n) (karakter)
tekort (n) (n) (Geld) déficit (m) (n) (Geld)
tekort (n) (n) (karakter) falta (f) (n) (karakter)
tekort (n) (n) (karakter) vicio (m) (n) (karakter)
tekort (n) (n) (hoeveelheid) escasez (f) (n) (hoeveelheid)
tekort (n) (n) (gebrek) carencia (f) (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (hoeveelheid) demérito (m) (n) (hoeveelheid)
tekort (n) (n) (gebrek) falla (f) (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (gebrek) laguna (f) (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (gebrek) deficiencia (f) (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (handel - financiën) déficit (m) (n) (handel - financiën)
tekort (n) (n) (hoeveelheid) hueco (m) (n) (hoeveelheid)
tekort (n) (n) (gebrek) vacío (m) (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (gebrek) escasez (f) (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (gebrek) ausencia (f) (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (gebrek) desmerecimiento (m) (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (karakter) falla (f) (n) (karakter)
Tekort Voorbeelden14 voorbeelden gevonden
nijpend tekort necesidad fundamental
schromelijk tekort schieten fallar miserablemente
schromelijk tekort schieten fallar lastimosamente
tekort doen aan detraer
tekort doen aan desacreditar
tekort hebben aan estar escaso de
tekort schieten no ser suficiente
tekort schieten no satisfacer
tekort schieten no alcanzar
tekort schieten estar escaso de
tekort schieten voor ser insuficiente
tekort schieten voor no alcanzar
tijd tekort komen quedarse sin tiempo
tijd tekort komen acabarse el tiempo
Vertalen Tekort in andere talen
Vertalen tekort in Engels
Vertalen tekort in Duits
Vertalen tekort in Frans
Vertalen tekort in Italiaans
Vertalen tekort in Portugees
Vertalen tekort in Sloveens
Vertalen tekort in Pools
Vertalen tekort in Tsjechisch