Tekort — Nederlandse Duits vertaling10 vertalingen gevonden

tekort (n) (n) (gebrek) Fehler (m) (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (handel - financiën) Defizit (n) (n) (handel - financiën)
tekort (n) (n) (gebrek) Mangel (m) (n) (gebrek)
tekort (n) (n) Armut (f) (n)
tekort (n) (n) (karakter) Schwäche (f) (n) (karakter)
tekort (n) (n) (gebrek) Fehlen (n) (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (karakter) Fehler (m) (n) (karakter)
tekort (n) (n) (Geld) Fehlbetrag (m) (n) (Geld)
tekort (n) (n) (hoeveelheid) Mangel (m) (n) (hoeveelheid)
tekort (n) (n) (handel - financiën) Fehlbetrag (m) (n) (handel - financiën)
Tekort Voorbeelden9 voorbeelden gevonden
nijpend tekort dringende Notwendigkeit
schromelijk tekort schieten jämmerlich versagen
schromelijk tekort schieten völlig versagen
schromelijk tekort schieten kläglich versagen
tekort schieten etwas bei weitem nicht erreichen
tekort schieten nicht genug haben
tekort schieten fehlen an
tekort schieten mangelhaft sein
tijd tekort komen Zeit knapp werden
Vertalen Tekort in andere talen
Vertalen tekort in Engels
Vertalen tekort in Frans
Vertalen tekort in Italiaans
Vertalen tekort in Spaans
Vertalen tekort in Portugees
Vertalen tekort in Sloveens
Vertalen tekort in Pools
Vertalen tekort in Tsjechisch