Tekort — Nederlandse Engels vertaling12 vertalingen gevonden

tekort (n) (n) (gebrek) deficiency (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (gebrek) demerit (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (karakter) defect (n) (karakter)
tekort (n) (n) (gebrek) lack (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (handel - financiën) deficit (n) (handel - financiën)
tekort (n) (n) (karakter) frailty (n) (karakter)
tekort (n) (n) (hoeveelheid) deficiency (n) (hoeveelheid)
tekort (n) (n) (karakter) fault (n) (karakter)
tekort (n) (n) (karakter) vice (n) (karakter)
tekort (n) (n) (gebrek) fault (n) (gebrek)
tekort (n) (n) (Geld) shortfall (n) (Geld)
tekort (n) (n) (karakter) shortcoming (n) (karakter)
Tekort Voorbeelden11 voorbeelden gevonden
nijpend tekort dire need
schromelijk tekort schieten fail sadly
schromelijk tekort schieten fail badly
tekort doen aan detract from
tekort doen aan derogate from
tekort hebben aan be short of
tekort schieten fall short
tekort schieten be short of
tekort schieten fall short
tekort schieten voor fall short of
tijd tekort komen run out of time
Vertalen Tekort in andere talen
Vertalen tekort in Duits
Vertalen tekort in Frans
Vertalen tekort in Italiaans
Vertalen tekort in Spaans
Vertalen tekort in Portugees
Vertalen tekort in Sloveens
Vertalen tekort in Pools
Vertalen tekort in Tsjechisch